Genesis 24:62

62 Izak nu kwam, van daar men komt tot den put Lachai-Roi; en hij woonde in het zuiderland.

Genesis 24:62 Meaning and Commentary

Genesis 24:62

And Isaac came from the way of the well Lahairoi
The well at which the angel met with Hagar, when she fled from her mistress, ( Genesis 16:7 Genesis 16:14 ) . The Targums of Jonathan and Jerusalem say, that Isaac came from the school of Shem the great: for he dwelt in the south country:
at Beersheba, to which Abraham, it seems, was returned again; for that they dwelt together as yet, is clear from his mother Sarah's tent, into which he introduced Rebekah, ( Genesis 24:67 ) ; see ( Genesis 22:19 ) .

Genesis 24:62 In-Context

60 En zij zegenden Rebekka, en zeiden tot haar: O, onze zuster! wordt gij tot duizenden millioenen, en uw zaad bezitte de poort zijner haters!
61 En Rebekka maakte zich op met haar jonge dochteren, en zij reden op kemelen, en volgden den man; en die knecht nam Rebekka, en toog heen.
62 Izak nu kwam, van daar men komt tot den put Lachai-Roi; en hij woonde in het zuiderland.
63 En Izak was uitgegaan om te bidden in het veld, tegen het naken van den avond; en hij hief zijn ogen op en zag toe, en ziet, de kemelen kwamen!
64 Rebekka hief ook haar ogen op, en zij zag Izak; en zij viel van den kemel af.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.