Genesis 31:11

11 En de Engel Gods zeide tot mij in de droom: Jakob! En ik zeide: Zie, hier ben ik!

Genesis 31:11 Meaning and Commentary

Genesis 31:11

And the Angel of God spake unto me in a dream
In the same dream before related, and to direct him to observe what was presented to him, and to confirm what he saw, and lead him to the design and use of it. This was not a created angel, but the eternal one, the Son of God, and who is afterwards called God, and to whom Jacob had made a vow, which he would never have done to an angel; but to God only, as Ben Melech observes: [saying], Jacob; and I said, here [am] I;
the Angel called him by his name, to which he answered, and signified that he was ready to attend to whatsoever he should say to him.

Genesis 31:11 In-Context

9 Alzo heeft God uw vader het vee ontrukt, en aan mij gegeven.
10 En het geschiedde ten tijde, als de kudde hittig werd, dat ik mijn ogen ophief, en ik zag in den droom; en ziet, de bokken, die de kudden beklommen, waren gesprenkeld, gespikkeld, en hagelvlakkig.
11 En de Engel Gods zeide tot mij in de droom: Jakob! En ik zeide: Zie, hier ben ik!
12 En Hij zeide: Hef toch uw ogen op, en zie! alle bokken, die de kudde beklimmen, zijn gesprenkeld, gespikkeld, en hagelvlakkig; want Ik heb gezien alles, wat Laban u doet.
13 Ik ben die God van Beth-El, alwaar gij het opgerichte teken gezalfd hebt, waar gij Mij een gelofte beloofd hebt; nu, maak u op, vertrek uit dit land, en keer weder in het land uwer maagschap.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.