Genesis 31:39

39 Het verscheurde heb ik tot u niet gebracht; ik heb het geboet; gij hebt het van mijn hand geeist, het ware des daags gestolen, of des nachts gestolen.

Genesis 31:39 Meaning and Commentary

Genesis 31:39

That which was torn [of beasts] I brought not unto thee
To show what had befallen it; that so it might appear he had one the less to account for to him: I bore the loss of it;
took it upon himself, as if it had been somewhat blameworthy in him, as the word used signifies; and so made satisfaction for it; which, how he did, when he had no wages, is difficult to say: he might have some perquisites allowed him by Laban, though he had no settled salary; or he might lay himself under obligation to make it good whenever it was in his power, as follows: of mine hand didst thou require it, [whether] stolen by day, or stolen
by night;
whether by men or beasts; or by men in the daytime, and by beasts in the night, as the Targums of Jonathan and Jerusalem distinguish: Laban was so rigorous and unjust as to require the restoration of them, or an equivalent for them at the hand of Jacob; all which were contrary to the law of God, ( Exodus 22:10-13 ) .

Genesis 31:39 In-Context

37 Als gij al mijn huisraad betast hebt, wat hebt gij gevonden van al het huisraad uws huizes! Leg het hier voor mijn broederen en uw broederen, en laat hen richten tussen ons beiden.
38 Deze twintig jaren ben ik bij u geweest; uw ooien en uw geiten hebben niet misdragen, en de rammen uwer kudde heb ik niet gegeten.
39 Het verscheurde heb ik tot u niet gebracht; ik heb het geboet; gij hebt het van mijn hand geeist, het ware des daags gestolen, of des nachts gestolen.
40 Ik ben geweest, dat mij bij dag de hitte verteerde, en bij nacht de vorst, en dat mijn slaap van mijn ogen week.
41 Ik ben nu twintig jaren in uw huis geweest; ik heb u veertien jaren gediend om uw beide dochteren, en zes jaren om uw kudde; en gij hebt mijn loon tien malen veranderd.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.