Genesis 34:28

28 Hun schapen, en hun runderen, en hun ezelen, en hetgeen dat in de stad, en hetgeen dat in het veld was, namen zij.

Genesis 34:28 Meaning and Commentary

Genesis 34:28

They took their sheep, their oxen, and their asses
The Shechemites hoped to have the cattle and substance of Jacob's family, and in a hypocritical manner submitted to circumcision, for the sake of worldly advantage; for that, and pleasing their prince, seem to be the only views they had in it; wherefore, in this there is a just retaliation of them in Providence:

and that which [was] in the city, and that which [was] in the field;
the cattle that were kept at home, and those that were brought up in the field, all became a prey.

Genesis 34:28 In-Context

26 Zij sloegen ook Hemor, en zijn zoon Sichem, dood met de scherpte des zwaards; en zij namen Dina uit Sichems huis, en gingen van daar.
27 De zonen van Jakob kwamen over de verslagenen, en plunderden de stad, omdat zij hun zuster verontreinigd hadden.
28 Hun schapen, en hun runderen, en hun ezelen, en hetgeen dat in de stad, en hetgeen dat in het veld was, namen zij.
29 En al hun vermogen, en al hun kleine kinderen, en hun vrouwen, voerden zij gevankelijk weg, en plunderden denzelven, en al wat binnenshuis was.
30 Toen zeide Jakob tot Simeon en tot Levi: Gij hebt mij beroerd, mits mij stinkende te maken onder de inwoners dezes lands, onder de Kanaanieten, en onder de Ferezieten; en ik ben weinig volks in getal; zo zij zich tegen mij verzamelen, zo zullen zij mij slaan, en ik zal verdelgd worden, ik en mijn huis.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.