Genesis 49:31

31 Aldaar hebben zij Abraham begraven, en Sara, zijn huisvrouw; daar hebben zij Izak begraven, en Rebekka, zijn huisvrouw; en daar heb ik Lea begraven.

Genesis 49:31 Meaning and Commentary

Genesis 49:31

There they buried Abraham and Sarah his wife
Abraham buried Sarah there himself, and his two sons, Isaac and Ishmael, buried him there:

there they buried Isaac and Rebekah his wife;
we have no other account of the death of Rebekah, and her burial, but here; it is probable she died before Isaac, and that Isaac buried her in this cave; and here Esau and Jacob buried him:

and there I buried Leah;
of whose death and burial we also read nowhere else but here; it is probable she died before Isaac, and that Isaac buried her in this cave; and here Esau and Jacob buried him:

Genesis 49:31 In-Context

29 Daarna gebood hij hun, en zeide tot hen: Ik word verzameld tot mijn volk: begraaft mij bij mijn vaders, in de spelonk, die is in den akker van Efron, den Hethiet;
30 In de spelonk, welke is op den akker van Machpela, die tegenover Mamre is, in het land Kanaan, die Abraham met dien akker gekocht heeft van Efron, den Hethiet, tot een erfbegrafenis.
31 Aldaar hebben zij Abraham begraven, en Sara, zijn huisvrouw; daar hebben zij Izak begraven, en Rebekka, zijn huisvrouw; en daar heb ik Lea begraven.
32 De akker, en de spelonk, die daarin is, is gekocht van de zonen Heths.
33 Als Jakob voleind had aan zijn zonen bevelen te geven, zo legde hij zijn voeten samen op het bed, en hij gaf den geest, en hij werd verzameld tot zijn volken.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.