Habakuk 1:4

4 Daarom wordt de wet onderlaten, en het recht komt nimmermeer voort; want de goddeloze omringt den rechtvaardige; daarom komt het recht verdraaid voor.

Habakuk 1:4 Meaning and Commentary

Habakkuk 1:4

Therefore the law is slacked
Is not put into execution against offenders: the civil magistrates, whose office it is to do justice according to law, are dilatory, and do not proceed with vigour and spirit against the transgressors of it, and in favour of honest and good men oppressed: or "it intermits" ^F18, or is "intermitted"; it is like a man whose pulse beats low, and is scarce perceived, which is a sign that he is not in good health as the body politic is not, when the law, which is the soul of it, is not suffered to take place, and do its office. So the Targum,

``the law languishes;''

loses its force and vigour, and is ready to expire; which is a sad symptom of the bad estate of a commonwealth. And judgment doth never go forth;
at least not right, to the justifying of the righteous, acquitting the innocent, and giving the cause on the right side; condemning the wicked, and punishing offenders as their crime deserves: it never appears as it should do; it is either not done at all, or done badly and perversely: for the wicked doth compass about the righteous;
to hurt him or ensnare him, and by frauds and wicked artifices, and false witnesses, to carry a cause against him: therefore wrong judgment proceedeth;
the cause is given on the wrong side, against a good man, and for a wicked man; all these things the prophet saw with grief, and complained of to the Lord, from whom he has an answer in the following words:

---

FOOTNOTES:

F18 (gwpt) "intermittitur", Junius & Tremellius, Piscator, Drusius, Burkius; (gwp) "est, animi deliquium pati", Tarnovius.

Habakuk 1:4 In-Context

2 HEERE! hoe lang schreeuw ik, en Gij hoort niet, hoe lang roep ik geweld, tot U, en Gij verlost niet!

3 Waarom laat Gij mij ongerechtigheid zien, en aanschouwt de kwelling? Want verwoesting en geweld is tegen mij over, en er is twist, en men neemt gekijf op.

4 Daarom wordt de wet onderlaten, en het recht komt nimmermeer voort; want de goddeloze omringt den rechtvaardige; daarom komt het recht verdraaid voor.

5 Ziet onder de heidenen, en aanschouwt, en verwondert u, verwondert u, want Ik werk een werk in ulieder dagen, hetwelk gij niet geloven zult, als het verteld zal worden.

6 Want ziet, Ik verwek de Chaldeen, een bitter en snel volk, trekkende door de breedten der aarde, om erfelijk te bezitten woningen, die de zijne niet zijn.