Handelingen 2:28

28 Gij hebt mij de wegen des levens bekend gemaakt; Gij zult mij vervullen met verheuging door Uw aangezicht.

Handelingen 2:28 Meaning and Commentary

Acts 2:28

Thou hast made known to me the ways of life
That is, thou hast raised me from the dead. When God raised Christ from the dead, he showed him, or made him to know experimentally the way of life, or the way of the resurrection from death to life; and this path of life, or of the resurrection to an immortal and eternal life, was first shown to Christ, who is the first fruits of them that slept, and the first begotten from the dead.

Thou shalt make me full of joy with thy countenance;
or glorious presence, in which is fulness of joy; which Christ, as man, is in, and fully possessed of, being exalted at the right hand of God, and crowned with glory and honour, and has all the joy that was set before him in his sufferings and death.

Handelingen 2:28 In-Context

26 Daarom is mijn hart verblijd; en mijn tong verheugt zich; ja, ook mijn vlees zal rusten in hope;

27 Want Gij zult mijn ziel in de hel niet verlaten, noch zult Uw Heilige over geven, om verderving te zien.

28 Gij hebt mij de wegen des levens bekend gemaakt; Gij zult mij vervullen met verheuging door Uw aangezicht.

29 Gij mannen broeders, het is mij geoorloofd vrij uit tot u te spreken van den patriarch David, dat hij beide gestorven en begraven is, en zijn graf is onder ons tot op dezen dag.

30 Alzo hij dan een profeet was, en wist, dat God hem met ede gezworen had, dat hij uit de vrucht zijner lenden, zoveel het vlees aangaat, den Christus verwekken zou, om Hem op zijn troon te zetten;