Handelingen 9:12

12 En hij heeft in een gezicht gezien, dat een man, met name Ananias, inkwam, en hem de hand oplegde, opdat hij wederom ziende werd.

Handelingen 9:12 Meaning and Commentary

Acts 9:12

And hath seen in a vision a man named Ananias
Some read this verse in a parenthesis, and take them to be the words of Luke the historian; but it is rather a continuation of the words of Christ, telling Ananias, for his greater encouragement to go to Saul, that he had seen him in a vision, and had knowledge both of his person, and of his name, and of what he was to do to him; for in the vision or dream, he had been represented to him as

coming in;
to the house, and into the room where he was:

and putting his hand on him, that he might receive his sight;
without which he had been three days, and which he did receive upon Ananias's putting his hands on him.

Handelingen 9:12 In-Context

10 En er was een zeker discipel te Damaskus, met name Ananias; en de Heere zeide tot hem in een gezicht: Ananias! En hij zeide: Zie, hier ben ik, Heere!
11 En de Heere zeide tot hem: Sta op, en ga in de straat, genaamd de Rechte, en vraag in het huis van Judas naar een, met name Saulus, van Tarsen; want zie, hij bidt.
12 En hij heeft in een gezicht gezien, dat een man, met name Ananias, inkwam, en hem de hand oplegde, opdat hij wederom ziende werd.
13 En Ananias antwoordde: Heere! ik heb uit velen gehoord van dezen man, hoeveel kwaad hij Uw heiligen in Jeruzalem gedaan heeft;
14 En heeft hier macht van de overpriesters, om te binden allen, die Uw Naam aanroepen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.