Hosea 7:10

10 Dies zal de hovaardij van Israel in zijn aangezicht getuigen; dewijl zij zich niet bekeren tot den HEERE, hun God, noch Hem zoeken in alle deze.

Hosea 7:10 Meaning and Commentary

Hosea 7:10

And the pride of Israel testifieth to his face
(See Gill on Hosea 5:5); notwithstanding their weak and declining state, they were proud and haughty; entertained a high conceit of themselves, and of their good and safe condition; and behaved insolently towards God, and were not humbled before him for their sins. Their pride was notorious, which they themselves could not deny; they were self-convicted, and self-condemned: and they do not return to the Lord their God;
by acknowledgment of their sins, repentance for them, and reformation from them; and by attendance on his worship, from which they had revolted; so the Targum,

``they return not to the worship of the Lord their God:''

nor seek him for all this;
though they are in this wasting, declining, condition, and just upon the brink of ruin, yet they seek not the face and favour of the Lord; they do not ask help of him, or implore his mercy; and though they have been so long in these circumstances, and have been gradually consuming for many years, yet in all this time they have made no application to the Lord, that he would be favourable, and raise their sinking state, and restore them to their former glory.

Hosea 7:10 In-Context

8 Efraim, die verwart zich met de volken; Efraim is een koek, die niet is omgekeerd;

9 Vreemden verteren zijn kracht, en hij merkt het niet; ook is de grauwigheid op hem verspreid, en hij merkt het niet.

10 Dies zal de hovaardij van Israel in zijn aangezicht getuigen; dewijl zij zich niet bekeren tot den HEERE, hun God, noch Hem zoeken in alle deze.

11 Want Efraim is als een botte duif, zonder hart; zij roepen Egypte aan, zij gaan henen tot Assur.

12 Wanneer zij zullen henengaan, zal Ik Mijn net over hen uitspreiden, Ik zal ze als vogelen des hemels doen nederdalen. Ik zal ze tuchtigen, gelijk gehoord is in hun vergadering.