Jeremia 11:23

23 En zij zullen geen overblijfsel hebben; want Ik zal een kwaad brengen over de mannen van Anathoth, in het jaar hunner bezoeking.

Jeremia 11:23 Meaning and Commentary

Jeremiah 11:23

And there shall be no remnant of them
And thus the measure they meted out to the prophet was measured to them; they devised to destroy him root and branch, the tree with its fruit; and now none shall be left of them; such who escaped the sword and the famine should be carried captive, as they were; for though there were none left in Anathoth, there were some preserved alive, and were removed into Babylon; since, at the return from thence, the men of Anathoth were a hundred twenty and eight, ( Nehemiah 7:27 ) : for I will bring evil upon the men of Anathoth, even the year of their
visitation;
or, "in the year of their visitation" F19; that is, of the visitation of their sins, as the Targum; which was the year of the destruction of the city and temple of Jerusalem, and was in the nineteenth of Nebuchadnezzar, ( Jeremiah 52:12 ) and this was not a chance matter, but what was fixed and determined by the Lord.


FOOTNOTES:

F19 (Mtdqp tnv) (en eniautw episkeqewv autwn) , Sept. "anno visitationis eorum", Vatablus, Junius & Tremellius, Piscator, Schmidt.

Jeremia 11:23 In-Context

21 Daarom, zo zegt de HEERE van de mannen van Anathoth, die uw ziel zoeken, zeggende: Profeteer niet in den Naam des HEEREN, opdat gij van onze handen niet sterft.
22 Daarom, zo zegt de HEERE der heirscharen: Ziet, Ik zal bezoeking over hen doen: de jongelingen zullen door het zwaard sterven, hun zonen en hun dochteren zullen van honger sterven.
23 En zij zullen geen overblijfsel hebben; want Ik zal een kwaad brengen over de mannen van Anathoth, in het jaar hunner bezoeking.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.