Jeremia 31:37

37 Zo zegt de HEERE: Indien de hemelen daarboven gemeten, en de fondamenten der aarde beneden doorgrond kunnen worden, zo zal Ik ook het ganse zaad Israels verwerpen, om alles, wat zij gedaan hebben, spreekt de HEERE.

Jeremia 31:37 Meaning and Commentary

Jeremiah 31:37

Thus saith the Lord, if heaven above can be measured
Either the space between the highest heavens and the earth; or the extent of the heavens, from one end of them to the other, which cannot be done by man; so the Targum,

``as it is impossible that man should know the measure of the heavens above;''

otherwise it is measured by the Lord, for he hath "meted out heaven with a span", ( Isaiah 40:12 ) ; and the foundations of the earth searched out beneath:
so as to be known what they are, or on what they are fastened, since the earth is hung upon nothing, ( Job 38:6 ) ( 26:7 ) ; I will also cast off all the seed of Israel for all that they have
done, saith the Lord;
as the former cannot be, so neither the latter; when there was a very great rejection of the Jews for their disbelief of the Messiah, they were not all cast off; the Apostle Paul was an instance to the contrary, and so were others: "the remnant according to the election of grace"; and there is a time coming when all Israel shall be saved, ( Romans 11:5 Romans 11:25 Romans 11:26 ) ; nor shall any of the spiritual Israel be cast off by him, or cast away from him, so as to perish; the Israel, whom God foreknew, is chosen, redeemed, and whom he calls by his grace; no, not for all the sins and transgressions they have been guilty of, however they may deserve it. The reasons are, because of his unchangeable love to them; his unalterable covenant with them; the satisfaction his son has made for them; and the free and full pardon of their sins, which he has granted to them.

Jeremia 31:37 In-Context

35 Zo zegt de HEERE, Die de zon ten lichte geeft des daags, de ordeningen der maan en der sterren ten lichte des nachts, Die de zee klieft, dat haar golven bruisen, HEERE der heirscharen is Zijn Naam:

36 Indien deze ordeningen van voor Mijn aangezicht zullen wijken, spreekt de HEERE, zo zal ook het zaad Israels ophouden, dat het geen volk zij voor Mijn aangezicht, al de dagen.

37 Zo zegt de HEERE: Indien de hemelen daarboven gemeten, en de fondamenten der aarde beneden doorgrond kunnen worden, zo zal Ik ook het ganse zaad Israels verwerpen, om alles, wat zij gedaan hebben, spreekt de HEERE.

38 Ziet, de dagen komen, spreekt de HEERE, dat deze stad den HEERE zal herbouwd worden, van den toren Hananeel af tot aan de Hoekpoort.

39 En het meetsnoer zal wijders nevens dezelve uitgaan tot aan den heuvel Gareb, en zich naar Goath omwenden.