Jeremia 6:26

26 O dochter Mijns volks! gord een zak aan, en wentel u in de as, maak u rouw eens enigen zoons, een zeer bitter misbaar; want de verstoorder zal ons snellijk overkomen.

Jeremia 6:26 Meaning and Commentary

Jeremiah 6:26

O daughter of my people, gird thee with sackcloth
Either as a token of repentance for sin; so the king of Nineveh and his subjects did, to show their repentance, ( Jonah 3:6 Jonah 3:8 ) or as a sign of mourning, for the calamities coming on them, ( Genesis 37:34 ) and wallow thyself in ashes;
or roll thyself in them, as a token of the same. The Targum is,

``cover your heads with ashes.''
Make thee mourning as for an only son;
which of all is the most bitter: and therefore it is added, most bitter lamentation;
see ( Zechariah 12:10 ) . For the spoiler shall suddenly come upon us;
namely, Nebuchadnezzar, that would spoil their cities, towns, villages, and houses, and them of all their wealth and substance, and carry it away.

Jeremia 6:26 In-Context

24 Wij hebben zijn gerucht gehoord, onze handen zijn slap geworden; benauwdheid heeft ons aangegrepen, weedom als van een barende vrouw.
25 Gaat niet uit in het veld, noch wandelt op den weg; want des vijands zwaard is er, schrik van rondom!
26 O dochter Mijns volks! gord een zak aan, en wentel u in de as, maak u rouw eens enigen zoons, een zeer bitter misbaar; want de verstoorder zal ons snellijk overkomen.
27 Ik heb u onder Mijn volk gesteld, tot een wachttoren, tot een vesting; opdat gij hun weg zoudt weten en proeven.
28 Zij zijn allen de afvalligsten der afvalligen, wandelende in achterklap; zij zijn koper en ijzer; zij zijn altemaal verdervers.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.