Jesaja 37:28

28 Maar Ik weet uw zitten, en uw uitgaan, en uw inkomen, en uw woeden tegen Mij.

Jesaja 37:28 Meaning and Commentary

Isaiah 37:28

But I know thy abode, and thy going out, and thy coming in,
&c.] Where he dwelt, what he did at home, his secret councils, cabals, contrivances, schemes and plans for the compassing of his ends, the subduing of kingdoms, and setting up an universal monarchy; and his going out of Babylon, his marches, and counter marches, and his entrance into the land of Judea; there was not a motion made, or a step taken in the cabinet or camp, but what were known to the Lord; so the Targum,

``thy sitting in council, and thy going out abroad to make war, and thy coming into the land of Israel, are manifest before me:''
and thy rage against me;
against his people, against the city that was called by his name, against the temple where he was worshipped, particularly against his servant Hezekiah, because he would not immediately deliver up the city to him. The Targum and Syriac versions render it, "before me"; and then the meaning is, "thy rage", wrath and fury, "is before me": or manifest to me; and which he could restrain at pleasure, as he promises to do in the next verse.

Jesaja 37:28 In-Context

26 Hebt gij niet gehoord, dat Ik zulks lang te voren gedaan heb, en dat van de oude dagen af geformeerd heb? Nu heb Ik dat doen komen, dat gij zoudt zijn, om de vaste steden te verstoren tot woeste hopen.
27 Daarom waren haar inwoners handeloos, zij waren verslagen en beschaamd; zij waren als het gras des velds en de groene grasscheutjes, als het hooi der daken, en het brandkoren, eer het overeind staat.
28 Maar Ik weet uw zitten, en uw uitgaan, en uw inkomen, en uw woeden tegen Mij.
29 Om uw woeden tegen Mij, en dat uw woeling voor Mijn oren opgekomen is, zo zal Ik Mijn haak in uw neus leggen, en Mijn gebit in uw lippen, en Ik zal u doen wederkeren door dien weg, door denwelken gij gekomen zijt.
30 En dat zij u een teken, dat men in dit jaar, wat van zelf gewassen is, eten zal, en in het tweede jaar, wat daarvan weder uitspruit; maar zaait in het derde jaar, en maait, en plant wijngaarden, en eet hun vruchten.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.