Jesaja 44:17

17 Het overige nu daarvan maakt hij tot een god, tot zijn gesneden beeld; hij knielt er voor neder, en buigt zich, en bidt het aan, en zegt: Red mij, want gij zijt mijn god!

Jesaja 44:17 Meaning and Commentary

Isaiah 44:17

And the residue thereof he maketh a god, even his graven
image
What remains of the tree, that is not consumed by making a fire to warm with, by heating the oven to bake bread with, and by using it in the kitchen to roast meat with, this is made an image of, and being graved and carved, is called a god, and worshipped; though it is of the same matter, and of the same nature, with that which was used for warming, baking, and roasting: he falleth down unto it, and worshippeth it, and prayeth unto it, and
saith, deliver me, for thou art my god;
he bows unto it, falls down on his knees, and spreads out his hands, and lifts them up, and uses all the gestures of adoration; yea, makes a formal address in prayer and supplication, and particularly requests that he would deliver him from present danger and distresses, of whatsoever kind he was attended with; declaring at the same time he was his god, in whom he trusted, and from whom he expected relief and help. Monstrous stupidity!

Jesaja 44:17 In-Context

15 Dan is het voor den mens om te verbranden, dan neemt hij daarvan, en warmt er zich bij; ook ontsteekt hij het, en bakt er brood bij; daarenboven maakt hij er een god van, en buigt zich daarvoor, hij maakt er een gesneden beeld van, en knielt er voor neder.
16 Zijn helft brandt hij in het vuur, bij de andere helft daarvan eet hij vlees; hij braadt een gebraad, en hij wordt verzadigd; ook warmt hij zichzelven, en hij zegt: Hei! ik ben warm geworden, ik heb het vuur gezien!
17 Het overige nu daarvan maakt hij tot een god, tot zijn gesneden beeld; hij knielt er voor neder, en buigt zich, en bidt het aan, en zegt: Red mij, want gij zijt mijn god!
18 Zij weten niet, en verstaan niet, want het heeft hun ogen bestreken, dat zij niet zien, en hun harten, dat zij niet verstaan.
19 En niemand van hen brengt het in zijn hart, en er is noch kennis noch verstand, dat hij zeggen zou: De helft daarvan heb ik verbrand in het vuur, ja, ook op de kolen daarvan heb ik brood gebakken, ik heb vlees daarbij gebraden, en heb het gegeten; en zou ik het overblijfsel daarvan tot een gruwel maken, zou ik nederknielen voor hetgeen van een boom gekomen is?
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.