Jesaja 60:20

20 Uw zon zal niet meer ondergaan, en uw maan zal haar licht niet intrekken; want de HEERE zal u tot een eeuwig licht wezen, en de dagen uwer treuring zullen een einde nemen.

Jesaja 60:20 Meaning and Commentary

Isaiah 60:20

Thy sun shall no more go down
This is a different sun from the former; this is the church's sun, and no other than the sun of righteousness, Christ Jesus; who has his risings and settings now, at least, in the apprehensions of his people; he sometimes withdraws himself, and is gone; and then returns again: but so it will not be in this state: the saints shall be for ever with him, and he shall be for ever with them; who will always behold his glory, and be enlightened by him; see ( 1 Thessalonians 4:16 1 Thessalonians 4:18 ) : neither shall thy moon withdraw itself;
or, "shall not be gathered" {i}, under a cloud; or "fail" ^F11, as the Septuagint version; or, "suffer a defect", as the Arabic version; as the moon does when in the wane, or is eclipsed. This may refer to this then present state of the church, which shall not fail; and to the blessings and comforts of it from Christ the sun, which will not cease, the enjoyment of them be ever interrupted. The Targum is,

``thy kingdom shall cease no more, and thy glory shall not be removed;''

and so Maimonides ^F12 interprets it of the kingdom of the Messiah, that shall endure for ever: for the Lord shall be thine everlasting light;
this is repeated for the confirmation of it: and the days of thy mourning shall be ended
^F13; or, "completed"; shall be fully up, and so at an end: or, "shall be recompensed" ^F14; with an everlasting day of joy and pleasure; there will now be no more sin to distress the saints; no more temptations of Satan to annoy them; no more afflictions either of body or mind to trouble them; no more pain, or crying, or death; and so no more mourning; sorrow and sighing will flee away; all tears will be wiped from their eyes; and everlasting joy be upon their heads; see ( Revelation 21:4 ) ( Isaiah 35:10 ) .

---

FOOTNOTES:

F9 (Poay) "non colligetur", Montanus, Vitringa; "vel recolligetur", Vatablus; "occultabitur", Munster, Tigurine version.
F11 (ouk ekleiqein) , Sept. "deficiet", Pagninus.
F12 Moreh Nevochim, par. 2. c. 29. p. 263.
F13 (wmlv) "completi erunt", Junius & Tremellius, Piscator; "completisunt", Vitringa.
F14 "Compensabuntur", Tigurine version.

Jesaja 60:20 In-Context

18 Er zal geen geweld meer gehoord worden in uw land, verstoring noch verbreking in uw landpale; maar uw muren zult gij Heil heten, en uw poorten Lof.

19 De zon zal u niet meer wezen tot een licht des daags, en tot een glans zal u de maan niet lichten; maar de HEERE zal u wezen tot een eeuwig Licht, en uw God tot uw Sierlijkheid.

20 Uw zon zal niet meer ondergaan, en uw maan zal haar licht niet intrekken; want de HEERE zal u tot een eeuwig licht wezen, en de dagen uwer treuring zullen een einde nemen.

21 En uw volk zullen allen te zamen rechtvaardigen zijn, zij zullen in eeuwigheid de aarde erfelijk bezitten; zij zullen zijn een spruit Mijner plantingen, een werk Mijner handen, opdat Ik verheerlijkt worde.

22 De kleinste zal tot duizend worden, en de minste tot een machtig volk; Ik, de HEERE, zal zulks te zijner tijd snellijk doen komen.