Joël 1:1

1 Het woord des HEEREN, dat geschied is tot Joel, den zoon van Pethuel:

Joël 1:1 Meaning and Commentary

Joel 1:1

The word of the Lord that came to Joel the son of Pethuel.
] Who this Pethuel was is not known; Jarchi takes him to be the same with Samuel the prophet, who had a son of this name, ( 1 Samuel 8:2 ) ; and gives this reason for his being called Pethuel, because in his prayer he persuaded God; but the long span of time will by no means admit of this, nor the character of Samuel's son agree with Joel; and therefore is rightly denied by Aben Ezra, who observes, however, that this man was an honourable man, and therefore his name is mentioned; and gives this as a rule, that whenever any prophet mentions the name of his father, he was honourable. Perhaps, it is here observed, to distinguish him from another of the same name; and there was one of this name, Joel, a high priest in the reigns of Uzziah and Jotham, according to Seder Olam Zuta ^F9 and Abarbinel ^F11; in whose time Joel is by some thought to prophesy.

---

FOOTNOTES:

F9 Fol. 104.
F11 In Meyer. Anotat. in ib. p, 626.

Joël 1:1 In-Context

1 Het woord des HEEREN, dat geschied is tot Joel, den zoon van Pethuel:

2 Hoort dit, gij oudsten! en neemt ter oren, alle inwoners des lands! Is dit geschied in uw dagen, of ook in de dagen uwer vaderen?

3 Vertelt uw kinderen daarvan, en laat het uw kinderen hun kinderen vertellen, en derzelver kinderen aan een ander geslacht.

4 Wat de rups heeft overgelaten, heeft de sprinkhaan afgegeten, en wat de sprinkhaan heeft overgelaten, heeft de kever afgegeten, en wat de kever heeft overgelaten, heeft de kruidworm afgegeten.

5 Waakt op, gij dronkenen! en weent, en huilt, alle gij wijnzuipers! om den nieuwen wijn, dewijl hij van uw mond is afgesneden.