Joël 1:5

5 Waakt op, gij dronkenen! en weent, en huilt, alle gij wijnzuipers! om den nieuwen wijn, dewijl hij van uw mond is afgesneden.

Joël 1:5 Meaning and Commentary

Joel 1:5

Awake, ye drunkards, and weep: and howl, all ye drinkers of
wine
Who are used to neither, either to awake or to howl, being very prone to drowsiness upon their drinking bouts, and to mirth and jollity in them; but now should be awake, and sober enough, not as being a virtue in them, but through want of wine; and for the same reason should howl, as follows: because of the new wine, for it is cut off from your mouth;
the locusts having spoiled the vines and eaten the grapes, no new wine could be made, and so none could be brought in cups to their mouths; nor they drink it in bowls, as they had used to do; and which, being sweet and grateful to their taste, they were wont to drink in great abundance, till they were inebriated with it; but now there was a scarcity, their lips were dry, but not their eyes. The word, Kimchi says, signifies all liquor which is squeezed by bruising or treading.

Joël 1:5 In-Context

3 Vertelt uw kinderen daarvan, en laat het uw kinderen hun kinderen vertellen, en derzelver kinderen aan een ander geslacht.

4 Wat de rups heeft overgelaten, heeft de sprinkhaan afgegeten, en wat de sprinkhaan heeft overgelaten, heeft de kever afgegeten, en wat de kever heeft overgelaten, heeft de kruidworm afgegeten.

5 Waakt op, gij dronkenen! en weent, en huilt, alle gij wijnzuipers! om den nieuwen wijn, dewijl hij van uw mond is afgesneden.

6 Want een volk is opgekomen over mijn land, machtig en zonder getal; zijn tanden zijn leeuwentanden, en het heeft baktanden eens ouden leeuws.

7 Het heeft mijn wijnstok gesteld tot een verwoesting, en mijn vijgeboom tot schuim; het heeft hem ganselijk ontbloot en nedergeworpen, zijn ranken zijn wit geworden.