Johannes 16:5

5 En nu ga Ik heen tot Dengene, die Mij gezonden heeft, en niemand van u vraagt Mij: Waar gaat Gij henen?

Johannes 16:5 Meaning and Commentary

John 16:5

But now I go my way to him that sent me
These words seem to belong to ( John 16:4 ) , and to contain a reason why Christ spoke of the trials and afflictions of his disciples now, because he was going away from them to his Father; when as they would be at the head of his affairs in this world, so they would the more become the butt of the rage of men:

and none of you asketh me, whither goest thou?
Peter indeed asked the question, ( John 13:36 ) ; but his meaning was, what part of the country he was going to? what private and inaccessible place he was about to betake himself to? he had no notion of his going out of the world, or to heaven to his Father, and therefore inquired nothing about it; and when Christ had suggested to his disciples, that he was going to his Father's house, to prepare mansions for them, they did not seem to understand him, ( John 14:2 John 14:3 John 14:5 ) . Nor did they ask what he meant by his Father's house, or what those mansions were he was going to prepare; and what the glory was he was going to possess for himself and them; they ask neither about the place he was going to, nor the way to it, nor the happiness to be enjoyed there.

Johannes 16:5 In-Context

3 En deze dingen zullen zij u doen, omdat zij den Vader niet gekend hebben, noch Mij.

4 Maar deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat, wanneer de ure zal gekomen zijn, gij dezelve moogt gedenken, dat Ik ze u gezegd heb; doch deze dingen heb Ik u van het begin niet gezegd, omdat Ik bij ulieden was.

5 En nu ga Ik heen tot Dengene, die Mij gezonden heeft, en niemand van u vraagt Mij: Waar gaat Gij henen?

6 Maar omdat Ik deze dingen tot u gesproken heb, zo heeft de droefheid uw hart vervuld.

7 Doch Ik zeg u de waarheid: Het is u nut, dat Ik wegga; want indien Ik niet wegga, zo zal de Trooster tot u niet komen; maar indien Ik heenga, zo zal Ik Hem tot u zenden.