Johannes 18:37

37 Pilatus dan zeide tot Hem: Zijt Gij dan een Koning? Jezus antwoordde: Gij zegt, dat Ik een Koning ben. Hiertoe ben Ik geboren en hiertoe ben Ik in de wereld gekomen, opdat Ik der waarheid getuigenis geven zou. Een iegelijk, die uit de waarheid is, hoort Mijn stem.

Johannes 18:37 Meaning and Commentary

John 18:37

Pilate therefore said unto him
Upon this free and full declaration of Christ, concerning his kingly office, and the nature of his kingdom: art thou a king then?
or thou art a king then: for, from his having a kingdom, it might be very justly inferred that he was a king: Jesus answered, thou sayest that I am a king;
and which was very rightly said; and Christ by these words owns and confesses, that he was one: adding, to this end was I born, and for this cause came I into the world,
that I should bear witness unto the truth.
The end of Christ's being born, which was of a virgin, in a very miraculous manner, and of his coming into the world, which was by the assumption of human nature, among many other things, was to bear testimony to truth in general; to the whole Gospel, the word of truth, and every branch of it, which he brought with him, constantly preached in life, and confirmed by his death; and particularly to this truth, that he was a King, and had a kingdom in a spiritual sense: everyone that is of the truth;
that is of God, belongs to the sheep of Christ, knows the truth as it is in Jesus, and is on the side of truth, and stands by it: heareth my voice;
the voice of his Gospel; and that not only externally, but internally; so as to approve of it, rejoice at it, and distinguish it; and the voice of his commands, so as cheerfully to obey them from a principle of love to him.

Johannes 18:37 In-Context

35 Pilatus antwoordde: Ben ik een Jood? Uw volk en de overpriesters hebben U aan mij overgeleverd; wat hebt Gij gedaan?
36 Jezus antwoordde: Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld. Indien Mijn Koninkrijk van deze wereld ware, zo zouden Mijn dienaren gestreden hebben, opdat Ik den Joden niet ware overgeleverd; maar nu is Mijn Koninkrijk niet van hier.
37 Pilatus dan zeide tot Hem: Zijt Gij dan een Koning? Jezus antwoordde: Gij zegt, dat Ik een Koning ben. Hiertoe ben Ik geboren en hiertoe ben Ik in de wereld gekomen, opdat Ik der waarheid getuigenis geven zou. Een iegelijk, die uit de waarheid is, hoort Mijn stem.
38 Pilatus zeide tot Hem: Wat is waarheid? En als hij dat gezegd had, ging hij wederom uit tot de Joden, en zeide tot hen: Ik vind geen schuld in Hem.
39 Doch gij hebt een gewoonte, dat ik u op het pascha een loslate. Wilt gij dan, dat ik u den Koning der Joden loslate?
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.