Johannes 21:19

19 En dit zeide Hij, betekenende, met hoedanigen dood hij God verheerlijken zou. En dit gesproken hebbende, zeide Hij tot hem: Volg Mij.

Johannes 21:19 Meaning and Commentary

John 21:19

This spake he
These are the words of the evangelist, explaining the meaning of Christ in like manner, as in ( John 12:33 )

signifying by what death he should glorify God;
for by the above words Christ not only intimated that Peter should die, not a natural, but a violent death, or that he should die a martyr in his cause, but the very kind of death he should die, namely, by crucifixion; and that Peter was crucified at Rome, ecclesiastical history confirms ^F6, when Christ was magnified, and God was glorified by his zeal and courage, faith and patience, constancy and perseverance to the end:

and when he had spoken this:
concerning the usage and treatment he should meet with, the sufferings he should undergo, and death he should die for his sake, for the present trial of him:

he saith unto him, follow me:
which may be understood literally, Jesus now rising up, and ordering him to come after him; and yet as a sign of his following him, in a spiritual sense, exercising every grace upon him, discharging every duty towards him, faithfully and constantly performing his work and office, as an apostle and preacher of the Gospel, in which he had now reinstated and confirmed him, and patiently bearing and suffering all kind of reproach, persecution, and death, for his name's sake.

---

FOOTNOTES:

F6 Euseb. Eccl. Hist. l. 2. c 25.

Johannes 21:19 In-Context

17 Hij zeide tot hem ten derden maal: Simon, zoon van Jonas, hebt gij Mij lief? Petrus werd bedroefd, omdat Hij ten derden maal tot hem zeide: Hebt gij Mij lief, en zeide tot Hem: Heere! Gij weet alle dingen, Gij weet, dat ik U liefheb. Jezus zeide tot hem: Weid Mijn schapen.

18 Voorwaar, voorwaar, zeg Ik u: Toen gij jonger waart, gorddet gij uzelven, en wandeldet, alwaar gij wildet; maar wanneer gij zult oud geworden zijn, zo zult gij uw handen uitstrekken, en een ander zal u gorden, en brengen, waar gij niet wilt.

19 En dit zeide Hij, betekenende, met hoedanigen dood hij God verheerlijken zou. En dit gesproken hebbende, zeide Hij tot hem: Volg Mij.

20 En Petrus, zich omkerende, zag den discipel volgen, welken Jezus liefhad, die ook in het avondmaal op Zijn borst gevallen was, en gezegd had: Heere! wie is het, die U verraden zal?

21 Als Petrus dezen zag, zeide hij tot Jezus: Heere, maar wat zal deze?