Jozua 21:10

10 Dat zij waren van de kinderen van Aaron, van de huisgezinnen der Kahathieten, uit de kinderen van Levi; want het eerste lot was het hunne.

Jozua 21:10 Meaning and Commentary

Joshua 21:10

Which the children of Aaron, [being] of the families of the
Kohathites
Who descending from Kohath, in the line of Aaron, were priests:

[who were] of the children of Levi, had;
they were Levites, as descending from Levi, but were priests also, as being of the stock of Aaron, and the cities hereafter mentioned in the said tribe fell to their portion:

for theirs was the first lot;
for being of the line of Aaron, and priests, they had the honour and privilege to have the first lot drawn for them, and out of the tribe for which the first lot was also drawn, the tribe of Judah; here they had their cities allotted them, for a reason before given.

Jozua 21:10 In-Context

8 Alzo gaven de kinderen Israels aan de Levieten deze steden en haar voorsteden, bij het lot, gelijk de HEERE geboden had door den dienst van Mozes.
9 Verder gaven zij van den stam der kinderen van Juda, en van den stam der kinderen van Simeon, deze steden, die men bij name noemde;
10 Dat zij waren van de kinderen van Aaron, van de huisgezinnen der Kahathieten, uit de kinderen van Levi; want het eerste lot was het hunne.
11 Zo gaven zij hun de stad van Arba, den vader van Anok (zij is Hebron), op den berg van Juda, en haar voorsteden rondom haar.
12 Maar het veld der stad en haar dorpen, gaven zij aan Kaleb, den zoon van Jefunne, tot zijn bezitting.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.