Jozua 9:7

7 Toen zeiden de mannen van Israel tot de Hevieten: Misschien woont gijlieden in het midden van ons, hoe zullen wij dan een verbond met u maken?

Jozua 9:7 Meaning and Commentary

Joshua 9:7

And the men of Israel said unto the Hivites
Though they did not know them to be such, but as they afterwards appeared to be the Hivites, as the Gibeonites were, they are here so called, see ( Joshua 11:19 ) . The name signifies "serpents"; according to a Derash, or mystical exposition, mentioned by Kimchi, the Gibeonites are so called, because they did the work of the serpent; that is to say, they deceived the Israelites, as the serpent deceived Eve:

peradventure ye dwell among us;
of which they had some suspicion;

and how shall we make a league with you?
which they were forbid to do with any of the seven nations, ( Deuteronomy 7:2 ) .

Jozua 9:7 In-Context

5 Ook oude en bevlekte schoenen aan hun voeten, en zij hadden oude klederen aan, en al het brood, dat zij op hun reize hadden, was droog en beschimmeld.
6 En zij gingen tot Jozua in het leger te Gilgal, en zij zeiden tot hem en tot de mannen van Israel: Wij zijn gekomen uit een ver land, zo maakt nu een verbond met ons.
7 Toen zeiden de mannen van Israel tot de Hevieten: Misschien woont gijlieden in het midden van ons, hoe zullen wij dan een verbond met u maken?
8 Zij dan zeiden tot Jozua: Wij zijn uw knechten. Toen zeide Jozua tot hen: Wie zijt gijlieden, en van waar komt gij?
9 Zij nu zeiden tot hem: Uw knechten zijn uit een zeer ver land gekomen, om den Naam des HEEREN, uws Gods; want wij hebben Zijn gerucht gehoord, en alles wat Hij in Egypte gedaan heeft;
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.