Klaagliederen 5:12

12 De vorsten zijn door hunlieder hand opgehangen; de aangezichten der ouden zijn niet geeerd geweest.

Klaagliederen 5:12 Meaning and Commentary

Lamentations 5:12

Princes are hanged up by their hand
According to some, as Aben Ezra observes, by the hand of the servants before mentioned; however, by the hand of the Chaldeans or Babylonians; see ( Jeremiah 52:10 ) . Some understand it of their own hands, as if they laid violent hands upon themselves, not being able to bear the hardships and disgrace they were subjected to but I should rather think this is to be understood of hanging them, not by the neck, but by the hand, could any instance be given of such a kind of punishment so early used, and by this people; which has been in other nations, and in more modern times: the faces of elders were not honoured;
no reverence or respect were shown to elders in age or office, or on account of either; but were treated with rudeness and contempt.

Klaagliederen 5:12 In-Context

10 Onze huid is zwart geworden gelijk een oven, vanwege den geweldigen storm des hongers.
11 Zij hebben de vrouwen te Sion verkracht, en de jonge dochters in de steden van Juda.
12 De vorsten zijn door hunlieder hand opgehangen; de aangezichten der ouden zijn niet geeerd geweest.
13 Zij hebben de jongelingen weggenomen, om te malen, en de jongens struikelen onder het hout.
14 De ouden houden op van de poort, de jongelingen van hun snarenspel.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.