Leviticus 23:31

31 Gij zult geen werk doen; het is een eeuwige inzetting voor uw geslachten, in al uw woningen.

Leviticus 23:31 Meaning and Commentary

Leviticus 23:31

Ye shall do no manner of work
Which is repeated, that it might be observed, and to show how strictly God required this day should be kept, and how careful men should be of breaking the command in this respect, and how much he should resent it if they did:

[it shall be] a statute for ever, throughout your generations, in all
your dwellings;
unto the coming of the Messiah, who, by the atoning sacrifice of himself, would answer to this law, and put an end to it.

Leviticus 23:31 In-Context

29 Want alle ziel, welken op dienzelven dag niet zal verootmoedigd zijn geweest, die zal uitgeroeid worden uit haar volken.
30 Ook alle ziel, die enig werk op dienzelven dag gedaan zal hebben, die ziel zal Ik uit het midden haars volks verderven.
31 Gij zult geen werk doen; het is een eeuwige inzetting voor uw geslachten, in al uw woningen.
32 Het zal u een sabbat der rust zijn; dan zult gij uw zielen verootmoedigen; op den negenden der maand in den avond, van den avond tot den avond, zult gij uw sabbat rusten.
33 En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende:
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.