Lukas 6:20

20 En Hij, Zijn ogen opslaande over Zijn discipelen, zeide: Zalig zijt gij, armen, want uwer is het Koninkrijk Gods.

Lukas 6:20 Meaning and Commentary

Luke 6:20

And he lifted up his eyes on his disciples
Either the whole company of them, or rather the twelve apostles, whom he saw coming to him, and fixing his eyes on them, he sat,

and said;
what follows, with many other things recorded by Matthew:

blessed be ye poor;
not only in the things of this world, having left all for Christ, but poor in Spirit, as in ( Matthew 5:3 ) , (See Gill on Matthew 5:3):

for yours is the kingdom of God;
or heaven, so in ( Matthew 5:3 ) .

Lukas 6:20 In-Context

18 Die gekomen waren, om Hem te horen, en om van hun ziekten genezen te worden, en die van onreine geesten gekweld waren; en zij werden genezen.
19 En al de schare zocht Hem aan te raken; want er ging kracht van Hem uit, en Hij genas ze allen.
20 En Hij, Zijn ogen opslaande over Zijn discipelen, zeide: Zalig zijt gij, armen, want uwer is het Koninkrijk Gods.
21 Zalig zijt gij, die nu hongert; want gij zult verzadigd worden. Zalig zijt gij, die nu weent; want gij zult lachen.
22 Zalig zijt gij, wanneer u de mensen haten, en wanneer zij u afscheiden, en smaden, en uw naam als kwaad verwerpen, om des Zoons des mensen wil.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.