Lukas 7:33

33 Want Johannes de Doper is gekomen, noch brood etende, noch wijn drinkende; en gij zegt: Hij heeft den duivel.

Lukas 7:33 Meaning and Commentary

Luke 7:33

For John the Baptist
Who is designed by the children that mourned in the above simile, with whom his character and conduct agree; he preached very mournful doctrine, delivered it in a very solemn and awful manner, and lived a very austere life, and fasted much, as did also his disciples. The word "Baptist" is here added by Luke, which Matthew has not, to distinguish him from others; and it may be, because he had just spoke of his baptism. The Persic version only reads, "the Baptist"; of him our Lord says, that he

came neither eating bread, nor drinking wine;
which were the common food and drink of men, but his diet were locusts and wild honey, and from this he often abstained; nor would he attend festivals and entertainments, or be free and sociable with men: "bread" and "wine" are here mentioned, which are not in Matthew:

and ye say, he hath a devil;
is mad, or melancholy; for madness and melancholy, or the hypochondriac disorder, was by them sometimes imputed to a diabolical possession, and influence, as the cause of it; and though these men pretended to great austerity of life, and frequent fastings, yet John was too abstemious for them, and they could not agree with his doctrine nor method of living; (See Gill on Matthew 12:18).

Lukas 7:33 In-Context

31 En de Heere zeide: Bij wien zal Ik dan de mensen van dit geslacht vergelijken, en wien zijn zij gelijk?

32 Zij zijn gelijk aan de kinderen, die op de markt zitten, en elkander toeroepen, en zeggen: Wij hebben u op de fluit gespeeld, en gij hebt niet gedanst; wij hebben u klaagliederen gezongen, en gij hebt niet geweend.

33 Want Johannes de Doper is gekomen, noch brood etende, noch wijn drinkende; en gij zegt: Hij heeft den duivel.

34 De Zoon des mensen is gekomen, etende en drinkende, en gij zegt: Ziet daar, een Mens, Die een vraat en wijnzuiper is, een Vriend van tollenaren en zondaren.

35 Doch de wijsheid is gerechtvaardigd geworden van al haar kinderen.