Mattheüs 27:13

13 Toen zeide Pilatus tot Hem: Hoort Gij niet, hoevele zaken zij tegen U getuigen?

Mattheüs 27:13 Meaning and Commentary

Matthew 27:13

Then saith Pilate unto him
Observing he made no reply to the accusations of the chief priests and elders, and in order to draw something out of him,

hearest thou not how many things they witness against thee?
art thou deaf? or dost thou not take in what is alleged against thee? dost thou not consider the nature of these charges? how many, and of what kind the depositions are now made by persons of such rank and figure? art thou under no concern to make answer to them?

Mattheüs 27:13 In-Context

11 En Jezus stond voor den stadhouder; en de stadhouder vraagde Hem, zeggende: Zijt Gij de Koning der Joden? En Jezus zeide tot hem: Gij zegt het.

12 En als Hij van de overpriesters en de ouderlingen beschuldigd werd, antwoordde Hij niets.

13 Toen zeide Pilatus tot Hem: Hoort Gij niet, hoevele zaken zij tegen U getuigen?

14 Maar Hij antwoordde hem niet op een enig woord, alzo dat de stadhouder zich zeer verwonderde.

15 En op het feest was de stadhouder gewoon den volke een gevangene los te laten, welke zij wilden.