Nehemia 10:33

33 Tot het brood der toerichting, en het gedurig spijsoffer, en tot het gedurig brandoffer, der sabbatten, der nieuwe maanden, tot de gezette hoogtijden, en tot de heilige dingen, en tot de zondofferen, om verzoening te doen over Israel; en tot alle werk van het huis onzes Gods.

Nehemia 10:33 Meaning and Commentary

Nehemiah 10:33

For the shewbread
To defray the expenses of the twelve loaves, which every week were set on the table of shewbread, ( Leviticus 24:5-9 ) ,

and for the continual meat offering, and for the continual
burnt offering;
for the daily sacrifice, morning and evening, which always had a meat offering along with it, ( Exodus 29:38-42 ) ,

of the sabbaths, and of the new moons;
on which were additional sacrifices, ( Numbers 28:9-15 ) ,

and for the set feasts;
of passover, pentecost, and tabernacles; in which also were offered other sacrifices, besides the daily one, ( Numbers 28:16-31 ) ( 29:1-39 ) ,

and for the holy things:
which were both by way of thanksgiving to God, and that they might feast and rejoice together:

and for the sin offerings, to make an atonement for Israel;
for the whole body of the people, and so were made at the public expense:

and for all the work of the house of our God;
whatever else was necessary that is not mentioned.

Nehemia 10:33 In-Context

31 Ook als de volken des lands waren en alle koren op den sabbatdag ten verkoop brengen, dat wij op den sabbat, of op een anderen heiligen dag van hen niet zouden nemen; en dat wij het zevende jaar zouden vrij laten, mitsgaders allerhande bezwaarnis.
32 Voorts zetten wij ons geboden op, ons opleggende een derde deel van een sikkel in het jaar, tot den dienst van het huis onzes Gods;
33 Tot het brood der toerichting, en het gedurig spijsoffer, en tot het gedurig brandoffer, der sabbatten, der nieuwe maanden, tot de gezette hoogtijden, en tot de heilige dingen, en tot de zondofferen, om verzoening te doen over Israel; en tot alle werk van het huis onzes Gods.
34 Ook wierpen wij de loten, onder de priesters, de Levieten en het volk, over het offer van het hout, dat men brengen zou ten huize onzes Gods, naar het huis onzer vaderen, op bestemde tijden, jaar op jaar, om te branden op het altaar des HEEREN, onzes Gods, gelijk het in de wet geschreven is;
35 Dat wij ook de eerstelingen onzes lands en de eerstelingen van alle vrucht van al het geboomte, jaar op jaar, zouden brengen ten huize des HEEREN;
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.