Nehemia 11:3

3 En dit zijn de hoofden van het landschap, die te Jeruzalem woonden; (maar in de steden van Juda woonden, een iegelijk op zijn bezitting, in hun steden, Israel, de priesters, en de Levieten, en de Nethinim, en de kinderen der knechten van Salomo).

Nehemia 11:3 Meaning and Commentary

Nehemiah 11:3

Now these are the chief of the province that dwelt in
Jerusalem
That is, of Judea, reduced to a province by the king of Babylon, and now a province of the Persian monarchy:

but in the cities of Judah dwelt everyone in his possession in their
cities;
in which they or their ancestors had formerly dwelt: to wit, Israel: the people in general of the tribes of Judah and Benjamin, and such of the other tribes that returned with them:

the priests, and the Levites, and the Nethinims, and the children of
Solomon's servants;
of whom see ( Ezra 2:55 Ezra 2:58 ) .

Nehemia 11:3 In-Context

1 Voorts woonden de oversten des volks te Jeruzalem; maar het overige des volks wierpen loten, om uit tien een uit te brengen, die in de heilige stad Jeruzalem zou wonen, en negen delen in de andere steden.
2 En het volk zegende al de mannen, die vrijwilliglijk aanboden te Jeruzalem te wonen.
3 En dit zijn de hoofden van het landschap, die te Jeruzalem woonden; (maar in de steden van Juda woonden, een iegelijk op zijn bezitting, in hun steden, Israel, de priesters, en de Levieten, en de Nethinim, en de kinderen der knechten van Salomo).
4 Te Jeruzalem dan woonden sommigen van de kinderen van Juda, en van de kinderen van Benjamin. Van de kinderen van Juda: Athaja, de zoon van Uzzia, den zoon van Zacharja, den zoon van Amarja, den zoon van Sefatja, den zoon van Mahalaleel, van de kinderen van Perez;
5 En Maaseja, de zoon van Baruch, den zoon van Kol-hose, den zoon van Hazaja, den zoon van Adaja, den zoon van Jojarib, den zoon van Zacharja, den zoon van Siloni.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.