Nehemia 12:37

37 Voorts naar de Fonteinpoort, en tegen hen over, gingen zij op bij de trappen van Davids stad, door den opgang des muurs, boven Davids huis, tot aan de Waterpoort, tegen het oosten.

Nehemia 12:37 Meaning and Commentary

Nehemiah 12:37

And at the fountain gate, which was over against them
Of which see ( Nehemiah 2:14 ) and which was to the south of the dung gate:

they went up;
that is, one of the two companies, that which took to the right on the wall, ( Nehemiah 12:31 ) with which these words are to be connected:

by the stairs of the city of David;
which went up to the city of Zion, built on an eminence:

at the going up of the wall, above the house of David;
where the wall was higher, and there was an ascent to it:

even unto the water gate eastward;
of which see ( Nehemiah 3:26 ) ( 8:16 ) turning from the south to the east, and so drew nigh the temple.

Nehemia 12:37 In-Context

35 En van de priesters kinderen met trompetten: Zecharja, de zoon van Jonathan, den zoon van Semaja, den zoon van Matthanja, den zoon van Michaja, den zoon van Zakkur, den zoon van Asaf;
36 En zijn broeders, Semaja, en Azareel, Milalai, Gilalai, Maai, Nethaneel, en Juda, Hanani, met muziekinstrumenten van David, den man Gods; en Ezra, de schriftgeleerde, ging voor hun aangezicht heen.
37 Voorts naar de Fonteinpoort, en tegen hen over, gingen zij op bij de trappen van Davids stad, door den opgang des muurs, boven Davids huis, tot aan de Waterpoort, tegen het oosten.
38 Het tweede dankkoor nu ging tegenover, en ik achter hetzelve, met de helft des volks, op den muur, van boven den Bakoventoren, tot aan den breden muur;
39 En van boven de poort van Efraim, en boven de Oude poort, en boven de Vispoort, en den toren Hananeel, en den toren Mea, tot aan de Schaapspoort, en zij bleven staan in de Gevangenpoort.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.