Numberi 19:22

22 Ja, al wat die onreine aangeroerd zal hebben, zal onrein zijn; en de ziel, die dat aangeroerd zal hebben, zal onrein zijn tot aan den avond.

Numberi 19:22 Meaning and Commentary

Numbers 19:22

And whatsoever the unclean person toucheth shall be unclean,
&c.] Not the person unclean by sprinkling, or touching the water of purification, but the unclean person spoken of throughout the chapter, that was unclean by touching a dead body, bone, or grave; whatever that man touched, any vessel or thing, that was unclean also; or "whomsoever", any person, man or woman, for it respects both persons and things:

and the soul that toucheth it;
that which the unclean person hath touched; or "him", the unclean person, whether the unclean person touched him, or he the unclean person, or touched anything he had touched, he was unclean; denoting the spreading and infectious nature of sin, and how much sin and sinners are to be avoided; see ( Leviticus 15:4-12 Leviticus 15:19 Leviticus 15:20 ) .

Numberi 19:22 In-Context

20 Wie daarentegen onrein zal zijn, en zich niet zal ontzondigen, die ziel zal uit het midden der gemeente uitgeroeid worden; want hij heeft het heiligdom des HEEREN verontreinigd, het water der afzondering is op hem niet gesprengd, hij is onrein.
21 Dit zal hunlieden zijn tot een eeuwige inzetting. En die het water der afzondering sprengt, zal zijn klederen wassen; ook wie het water der afzondering aanroert, die zal onrein zijn tot aan den avond.
22 Ja, al wat die onreine aangeroerd zal hebben, zal onrein zijn; en de ziel, die dat aangeroerd zal hebben, zal onrein zijn tot aan den avond.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.