Richtere 10:11

11 Maar de HEERE zeide tot de kinderen Israels: Heb Ik u niet van de Egyptenaren, en van de Amorieten, en van de kinderen Ammons, en van de Filistijnen,

Richtere 10:11 Meaning and Commentary

Judges 10:11

And the Lord said unto the children of Israel
By a prophet he sent unto them, as Kimchi and Abarbinel, see ( Judges 6:8 ) , whom Ben Gersom takes to be Phinehas, but he could not be living at this time; or by an angel, a created one, sent on this occasion; or the uncreated one, the Son and Word of God, who might appear in an human form, and to whom all that is here said is applicable:

did not I deliver you from the Egyptians;
by bringing them out of subjection and bondage to them, and by delivering them out of their hands at the Red sea:

and from the Amorites;
the kings of Sihon and Og, whose countries were taken from them, and put into their hands, when they attempted to stop them in their march to the land of Canaan:

from the children of Ammon;
when they joined with the Moabites against them, ( Judges 3:13 )

and from the Philistines?
in the times of Shamgar, ( Judges 3:31 ) .

Richtere 10:11 In-Context

9 Daartoe togen de kinderen Ammons over de Jordaan, om te krijgen, zelfs tegen Juda, en tegen Benjamin, en tegen het huis van Efraim; zodat het Israel zeer bang werd.
10 Toen riepen de kinderen Israels tot den HEERE, zeggende: Wij hebben tegen U gezondigd, zo omdat wij onzen God hebben verlaten, als dat wij de Baals gediend hebben.
11 Maar de HEERE zeide tot de kinderen Israels: Heb Ik u niet van de Egyptenaren, en van de Amorieten, en van de kinderen Ammons, en van de Filistijnen,
12 En de Sidoniers, en Amalekieten, en Maonieten, die u onderdrukten, toen gij tot Mij riept, alsdan uit hun hand verlost?
13 Nochtans hebt gij Mij verlaten, en andere goden gediend; daarom zal Ik u niet meer verlossen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.