Richtere 5:9

9 Mijn hart is tot wetgevers van Israel, die zich gewillig aangeboden hebben onder het volk; looft den HEERE!

Richtere 5:9 Meaning and Commentary

Judges 5:9

My heart is towards the governors of Israel
Most of the Jewish commentators interpret this of their wise men and Scribes, who were willing to teach the people the law and the commandments, even in times of trouble, and did not cease from doing it on that account, and therefore Deborah praises them for it; so the Targum; but Kimchi and Ben Melech understand by them the great men of the nation, their nobles and rulers, who enacted good laws and statutes; or at least took care to see that the good laws they had were put in execution; and these had a share in the affections and good wishes of Deborah, and that chiefly for the following reason:

that offered themselves willingly among the people;
to go along with them, and march at the head of them, to fight Sisera and his army; thereby setting a good example, and animating the people to battle, and inspiring them with courage and intrepidity; when they saw their chiefs and the heads of them exposing their lives with them in defence of their country, and the rights of it:

bless ye the Lord;
for giving them such spirits, to engage so willingly in this service, and for giving them success in it.

Richtere 5:9 In-Context

7 De dorpen hielden op in Israel, zij hielden op; totdat ik, Debora, opstond, dat ik opstond, een moeder in Israel.

8 Verkoos hij nieuwe goden, dan was er krijg in de poorten; werd er ook een schild gezien, of een spies, onder veertig duizend in Israel?

9 Mijn hart is tot wetgevers van Israel, die zich gewillig aangeboden hebben onder het volk; looft den HEERE!

10 Gij, die op witte ezelinnen rijdt, gij, die aan het gerichte zit, en gij, die over weg wandelt, spreekt er van!

11 Van het gedruis der schutters, tussen de plaatsen, waar men water schept, spreekt aldaar te zamen van de gerechtigheid des HEEREN, van de gerechtigheden, bewezen aan zijn dorpen in Israel; toen ging des HEEREN volk af tot de poorten.