Parallel Bible results for "luke 9:46-56"

Lukas 9:46-56

SVV

NIV

46 En er rees een overlegging onder hen, namelijk, wie van hen de meeste ware.
46 An argument started among the disciples as to which of them would be the greatest.
47 Maar Jezus, ziende de overleggingen hunner harten, nam een kindeken, en stelde dat bij Zich;
47 Jesus, knowing their thoughts, took a little child and had him stand beside him.
48 En zeide tot hen: Zo wie dit kindeken ontvangen zal in Mijn Naam, die ontvangt Mij; en zo wie Mij ontvangen zal, ontvangt Hem, Die Mij gezonden heeft. Want die de minste onder u allen is, die zal groot zijn.
48 Then he said to them, “Whoever welcomes this little child in my name welcomes me; and whoever welcomes me welcomes the one who sent me. For it is the one who is least among you all who is the greatest.”
49 En Johannes antwoordde en zeide: Meester! wij hebben een gezien, die in Uw Naam de duivelen uitwierp, en wij hebben het hem verboden, omdat hij U met ons niet volgt.
49 “Master,” said John, “we saw someone driving out demons in your name and we tried to stop him, because he is not one of us.”
50 En Jezus zeide tot hem: Verbied het niet; want wie tegen ons niet is, die is voor ons.
50 “Do not stop him,” Jesus said, “for whoever is not against you is for you.”
51 En het geschiedde, als de dagen Zijner opneming vervuld werden, zo richtte Hij Zijn aangezicht, om naar Jeruzalem te reizen.
51 As the time approached for him to be taken up to heaven, Jesus resolutely set out for Jerusalem.
52 En Hij zond boden uit voor Zijn aangezicht; en zij, heengereisd zijnde, kwamen in een vlek der Samaritanen, om voor Hem herberg te bereiden.
52 And he sent messengers on ahead, who went into a Samaritan village to get things ready for him;
53 En zij ontvingen Hem niet, omdat Zijn aangezicht was als reizende naar Jeruzalem.
53 but the people there did not welcome him, because he was heading for Jerusalem.
54 Als nu Zijn discipelen, Jakobus en Johannes, dat zagen, zeiden zij: Heere, wilt Gij, dat wij zeggen, dat vuur van den hemel nederdale, en dezen verslinde, gelijk ook Elias gedaan heeft?
54 When the disciples James and John saw this, they asked, “Lord, do you want us to call fire down from heaven to destroy them ?”
55 Maar Zich omkerende, bestrafte Hij hen, en zeide: Gij weet niet van hoedanigen geest gij zijt.
55 But Jesus turned and rebuked them.
56 Want de Zoon des mensen is niet gekomen om der mensen zielen te verderven, maar om te behouden. En zij gingen naar een ander vlek.
56 Then he and his disciples went to another village.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.
Scripture quoted by permission.  Quotations designated (NIV) are from THE HOLY BIBLE: NEW INTERNATIONAL VERSION®.  NIV®.  Copyright © 1973, 1978, 1984, 2011 by Biblica.  All rights reserved worldwide.