1 Koningen 6:1-9

1 Het geschiedde nu in het vierhonderd en tachtigste jaar, na den uitgang der kinderen Israels uit Egypte, in het vierde jaar van het koninkrijk van Salomo over Israel, in de maand Ziv (deze is de tweede maand), dat hij het huis des HEEREN bouwde.
2 En dat huis, hetwelk de koning Salomo den HEERE bouwde, was van zestig ellen in zijn lengte, en van twintig in zijn breedte, en van dertig ellen in zijn hoogte.
3 En het voorhuis, vooraan den tempel van dat huis, was in zijn lengte van twintig ellen, naar de breedte van het huis, tien ellen in zijn breedte, vooraan het huis.
4 En hij maakte vensteren aan het huis van gesloten uitzichten.
5 En rondom aan den wand van het huis bouwde hij kameren, aan de wanden van het huis rondom, beide van den tempel en van de aanspraakplaats. Alzo maakte hij zijkameren rondom.
6 De onderste kamer was van vijf ellen in haar breedte, en de middelste van zes ellen in haar breedte, en de derde van zeven ellen in haar breedte; want hij had aan het huis rondom buitenwaarts inkortingen gemaakt, opdat zij zich niet hielden in de wanden van het huis.
7 Het huis nu, als het gebouwd werd, werd met volmaakten steen, zoals dezelve toegevoerd was, gebouwd; zodat geen hameren, noch bijl of enig ijzeren gereedschap gehoord werd in het huis, als het gebouwd werd.
8 De deur der middelste zijkamer was aan de rechterzijde van het huis; en door wenteltrappen ging men tot de middelste zijkamer, en van de middelste tot de derde.
9 Alzo bouwde hij het huis, en volmaakte het; en bedekte dat huis met gewelven en rijen van cederen.

1 Koningen 6:1-9 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO FIRST KINGS 6

This chapter gives an account of the building of the temple, for which preparations were before made and begins with the time of its building, 1Ki 6:1; gives the dimensions of it and the porch before it, 1Ki 6:2,3; observes the windows in it and chambers about it, 1Ki 6:4-10; and while it was building, Solomon had a word from the Lord relative to it, 1Ki 6:11-14; and then the account goes on concerning the walls of the house, and the flooring of it, 1Ki 6:15-18; and the oracle in it, and the cherubim in that, 1Ki 6:19-30; and the doors into it, and the carved work of them, 1Ki 6:31-36; and the chapter is concluded with observing the time when it was begun and finished 1Ki 6:37,38.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.