1 Kronieken 11:16-26

16 En David was toen in de vesting en de bezetting der Filistijnen was toen te Bethlehem.
17 En David kreeg lust, en zeide: Wie zal mij water te drinken geven uit Bethlehems bornput, die onder de poort is?
18 Toen braken die drie door het leger der Filistijnen, en putten water uit Bethlehems bornput, die onder de poort is, en zij droegen het en brachten het tot David. Doch David wilde het niet drinken, maar hij goot het uit voor den HEERE;
19 En hij zeide: Dat late mijn God verre van mij zijn, van zulks te doen! Zou ik het bloed dezer mannen drinken? Met gevaar huns levens, ja, met gevaar huns levens hebben zij dat gebracht. En hij wilde het niet drinken. Dit deden de drie helden.
20 Abisai nu, de broeder van Joab, was ook het hoofd van drie; en hij, verheffende zijn spies tegen driehonderd, versloeg hen; alzo had hij een naam onder die drie.
21 Uit die drie was hij geeerd boven de twee; daarom werd hij hun tot een overste; maar hij kwam tot aan de eerste drie niet.
22 Benaja, de zoon van Jojada, de zoon eens dapperen mans van Kabzeel, was groot van daden; hij versloeg twee sterke leeuwen van Moab; ook ging hij af, en versloeg een leeuw in het midden des kuils, in den sneeuwtijd.
23 Hij versloeg ook een Egyptischen man, een man van grote lengte, van vijf ellen; en die Egyptenaar had een spies in de hand, als een weversboom; maar hij ging tot hem af met een staf, en rukte de spies uit de hand des Egyptenaars, en hij doodde hem met zijn eigen spies.
24 Deze dingen deed Benaja, de zoon van Jojada; dies had hij een naam onder die drie helden.
25 Ziet, hij was de heerlijkste van die dertig; nochtans kwam hij tot aan de drie niet. En David stelde hem over zijn trawanten.
26 De helden nu der heiren waren: Asahel, de broeder van Joab; Elhanan, de zoon van Dodo, van Bethlehem;

1 Kronieken 11:16-26 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO 1 CHRONICLES 11

This chapter treats of David's being anointed king by all Israel, 1Ch 11:1-3, which agrees with 2Sa 5:1-3 \\See Gill on "2Sa 5:1"\\ \\See Gill on "2Sa 5:2"\\ \\See Gill on "2Sa 5:3"\\ and of his taking Jerusalem from the Jebusites, 1Ch 11:4-9 the account of which we have 2Sa 5:6-10. \\See Gill on "2Sa 5:6"\\ \\See Gill on "2Sa 5:7"\\ \\See Gill on "2Sa 5:8"\\ \\See Gill on "2Sa 5:9"\\ \\See Gill on "2Sa 5:10"\\ only here we are told, that it was Joab that smote the Jebusites first, and so was made chief captain according to David's promise; and that he also repaired the rest of the city David built round about; perhaps the fortifications demolished in taking it, 1Ch 11:6,8 or rather, as others give the sense, he "saved alive" {b} those that remained in the city, after he had slain the lame and the blind; though a learned {c} writer conjectures it should be read, "and Joab hyhy was made rv the governor of the city"; and the Targum is,

``Joab governed the rest of the city.''

And then follows an account of David's mighty men and worthies, 1Ch 11:10-41 of whom see the notes on \\See Gill on "2Sa 23:8"\\ \\See Gill on "2Sa 23:9"\\ \\See Gill on "2Sa 23:10"\\ \\See Gill on "2Sa 23:11"\\ \\See Gill on "2Sa 23:12"\\ \\See Gill on "2Sa 23:13"\\ \\See Gill on "2Sa 23:14"\\ \\See Gill on "2Sa 23:15"\\ \\See Gill on "2Sa 23:16"\\ \\See Gill on "2Sa 23:17"\\ \\See Gill on "2Sa 23:18"\\ \\See Gill on "2Sa 23:19"\\ \\See Gill on "2Sa 23:20"\\ \\See Gill on "2Sa 23:21"\\ \\See Gill on "2Sa 23:22"\\ \\See Gill on "2Sa 23:23"\\ \\See Gill on "2Sa 23:24"\\ \\See Gill on "2Sa 23:25"\\ \\See Gill on "2Sa 23:26"\\ \\See Gill on "2Sa 23:27"\\ \\See Gill on "2Sa 23:28"\\ \\See Gill on "2Sa 23:29"\\ \\See Gill on "2Sa 23:30"\\ \\See Gill on "2Sa 23:31"\\ \\See Gill on "2Sa 23:32"\\ \\See Gill on "2Sa 23:33"\\ \\See Gill on "2Sa 23:34"\\ \\See Gill on "2Sa 23:35"\\ \\See Gill on "2Sa 23:36"\\ \\See Gill on "2Sa 23:37"\\ \\See Gill on "2Sa 23:38"\\ \\See Gill on "2Sa 23:39"\\ and others are added here, 1Ch 11:42-47 of whom we know no more than their names.

{b} rav ta hyxy "vivas conservavit urbis reliquias", Junius & Tremellius; Strigelius in Poli Synops. in loc. {c} Dr. Kennicot's State of the Hebrew Text, dissert. 1. p. 54. 18633-941231-2014-1Ch11.2

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.