1 Kronieken 25:10-20

10 Het derde voor Zakkur; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.
11 Het vierde voor Jizri; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.
12 Het vijfde voor Nethanja; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.
13 Het zesde voor Bukkia; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.
14 Het zevende voor Jesarela; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.
15 Het achtste voor Jesaja; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.
16 Het negende voor Mattanja; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.
17 Het tiende voor Simei; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.
18 Het elfde voor Azareel; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.
19 Het twaalfde voor Hasabja; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.
20 Het dertiende voor Subael; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.

1 Kronieken 25:10-20 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO 1 CHRONICLES 25

This chapter relates the appointment of the sons of Asaph, Heman, and Jeduthun, to be singers in the temple, 1Ch 25:1-7 the distribution of them by lot into twenty four classes, twelve in each class, 1Ch 25:8-31.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.