1 Kronieken 25:22-31

22 Het vijftiende voor Jeremoth; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.
23 Het zestiende voor Hananja; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.
24 Het zeventiende voor Josbekasa; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.
25 Het achttiende voor Hanani; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.
26 Het negentiende voor Mallothi; zijn zonen en zijn broederen; twaalf.
27 Het twintigste voor Eliatha; zijn zonen en zijn broederen; twaalf.
28 Het een en twintigste voor Hothir; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.
29 Het twee en twintigste voor Giddalti; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.
30 Het drie en twintigste voor Mahazioth; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.
31 Het vier en twintigste voor Romamthi-Ezer; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.

1 Kronieken 25:22-31 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO 1 CHRONICLES 25

This chapter relates the appointment of the sons of Asaph, Heman, and Jeduthun, to be singers in the temple, 1Ch 25:1-7 the distribution of them by lot into twenty four classes, twelve in each class, 1Ch 25:8-31.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.