1 Samuël 9:1-6

1 Er was nu een man van Benjamin, wiens naam was Kis, een zoon van Abiel, den zoon van Zeror, den zoon van Bechorath, den zoon van Afiah, den zoon eens mans van Jemini, een dapper held.
2 Die had een zoon, wiens naam was Saul, een jongeman, en schoon, ja, er was geen schoner man dan hij onder de kinderen Israels; van zijn schouderen en opwaarts was hij hoger dan al het volk.
3 De ezelinnen nu van Kis, den vader van Saul, waren verloren; daarom zeide Kis tot zijn zoon Saul: Neem nu een van de jongens met u, en maak u op, ga heen, zoek de ezelinnen.
4 Hij dan ging door het gebergte van Efraim, en hij ging door het land van Salisa, maar zij vonden ze niet; daarna gingen zij door het land van Sahalim, maar zij waren er niet; verder ging hij door het land van Jemini, doch zij vonden ze niet.
5 Toen zij in het land van Zuf kwamen, zeide Saul tot zijn jongen, die bij hem was: Kom en laat ons wederkeren; dat niet misschien mijn vader van de ezelinnen aflate, en voor ons bekommerd zij.
6 Hij daarentegen zeide tot hem: Zie toch, er is een man Gods in deze stad, en hij is een geeerd man; al wat hij spreekt, dat komt zekerlijk; laat ons nu derwaarts gaan, misschien zal hij ons onzen weg aanwijzen, op denwelken wij gaan zullen.

1 Samuël 9:1-6 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO FIRST SAMUEL 9

This chapter gives an account of Saul, the person the Lord had appointed to be king of Israel; it relates his descent, and describes his person, 1Sa 9:1,2 and how seeking his father's asses, which were lost, he providentially came to the place where Samuel dwelt, 1Sa 9:3-5 and being advised by his servant, and approving of his advice, he concluded to go to him, and inquire the way he should go, 1Sa 9:6-10 and being directed by some young maidens, they found him presently in the street going to a feast, 1Sa 9:11-14 and Samuel having some previous notice from the Lord of such a person's coming to him that day, when he met him invited him to dine with him, and obliged him to stay with him that day, 1Sa 9:15-19 satisfied him about his asses, and gave him a hint of the grandeur he was to be raised to, to which Saul made a modest reply, 1Sa 9:20,21 and Samuel treated him at the feast in a very respectable manner, 1Sa 9:22-24 and privately communed with him of things preparatory to what he was about to make known unto him, 1Sa 9:25-27.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.