2 Koningen 16:14-20

14 Maar het koperen altaar, dat voor het aangezicht des HEEREN was, dat bracht hij van het voorste deel van het huis, van tussen zijn altaar, en van tussen het huis des HEEREN, en hij zette het aan de zijde zijns altaars noordwaarts.
15 En de koning Achaz gebood Uria, den priester, zeggende: Steek op het grote altaar aan het morgenbrandoffer, en het avondspijsoffer, en des konings brandoffer, en zijn spijsoffer, en het brandoffer van al het volk des lands, en hun spijsoffer, en hun drankofferen; en spreng daarop al het bloed des brandoffers, en al het bloed des slachtoffer; maar het koperen altaar zal mij zijn, om te onderzoeken.
16 En Uria, de priester, deed naar alles, wat de koning Achaz geboden had.
17 En de koning Achaz sneed de lijsten der stellingen af, en nam die van boven het wasvat weg, en deed de zee af van de koperen runderen, die daaronder waren; en hij zette die op een stenen vloer.
18 Daartoe het deksel des sabbats, dat zij in het huis gebouwd hadden, en den buitensten ingang des konings nam hij weg van het huis des HEEREN, vanwege den koning van Assyrie.
19 Het overige nu der geschiedenissen van Achaz, wat hij gedaan heeft, is dat niet geschreven in het boek der kronieken der koningen van Juda?
20 En Achaz ontsliep met zijn vaderen, en werd begraven bij zijn vaderen, in de stad Davids; en Hizkia, zijn zoon, werd koning in zijn plaats.

2 Koningen 16:14-20 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO 2 KINGS 16

This chapter contains the reign of Ahaz only, relates his idolatry, 2Ki 16:1-4 his hiring the king of Assyria with the treasure of the temple, and his own, to assist him against the kings of Israel and Syria, who besieged him, 2Ki 16:5-9, his seeing the altar of an idol at Damascus, the fashion of which he took, and ordered one like it to be built at Jerusalem, 2Ki 16:10-16, his defacing and removing some things in the temple, 2Ki 16:17,18, and the chapter is concluded with his death and burial, 2Ki 16:19,20.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.