2 Koningen 2:1-7

1 Het geschiedde nu, als de HEERE Elia met een onweder ten hemel opnemen zou, dat Elia met Elisa ging van Gilgal.
2 En Elia zeide tot Elisa: Blijf toch hier, want de HEERE heeft mij naar Beth-El gezonden. Maar Elisa zeide: Zo waarachtig als de HEERE leeft en uw ziel leeft ik zal u niet verlaten! Alzo gingen zij af naar Beth-El.
3 Toen gingen de zonen der profeten, die te Beth-El waren, tot Elisa uit, en zeiden tot hem: Weet gij, dat de HEERE heden uw heer van uw hoofd wegnemen zal? En hij zeide: Ik weet het ook wel, zwijgt gij stil.
4 En Elia zeide tot hem: Elisa, blijf toch hier, want de HEERE heeft mij naar Jericho gezonden. Maar hij zeide: Zo waarachtig als de HEERE leeft en uw ziel leeft, ik zal u niet verlaten! Alzo kwamen zij te Jericho.
5 Toen traden de zonen der profeten, die te Jericho waren, naar Elisa toe, en zeiden tot hem: Weet gij, dat de HEERE heden uw heer van uw hoofd wegnemen zal? En hij zeide: Ik weet het ook wel, zwijgt gij stil.
6 En Elia zeide tot hem: Blijf toch hier, want de HEERE heeft mij naar de Jordaan gezonden. Maar hij zeide: Zo waarachtig als de HEERE leeft en uw ziel leeft, ik zal u niet verlaten! En zij beiden gingen henen.
7 En vijftig mannen van de zonen der profeten gingen henen, en stonden tegenover van verre; en die beiden stonden aan de Jordaan.

2 Koningen 2:1-7 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO 2 KINGS 2

This chapter relates, how that Elisha accompanied Elijah to several places, and on the other side Jordan Elijah was taken up from him to heaven, which occasioned great lamentation in him, 2Ki 2:1-12, but having the mantle of Elijah, he divided the waters of Jordan, and passed over, 2Ki 2:13,14, and the sons of the prophets at Jericho, perceiving the spirit of Elijah on him, showed him great respect, and proposed sending men to seek his master, which they did in vain, 2Ki 2:15-18, when he healed the waters at Jericho, at the request of the men of it, 2Ki 2:19-22, and the chapter is concluded with the destruction of forty two children at Bethel by bears, who mocked him, 2Ki 2:23,24.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.