2 Kronieken 14:1-7

1 Zo ontsliep Abia met zijn vaderen, en zij begroeven hem in de stad Davids, en zijn zoon Asa werd koning in zijn plaats. In zijn dagen was het land tien jaren stil.
2 En Asa deed dat goed en dat recht was in de ogen des HEEREN, zijns Gods.
3 Want hij nam de altaren der vreemden, en de hoogten weg, en brak de opgerichte beelden, en hieuw de bossen af.
4 En hij zeide tot Juda, dat zij den HEERE, den God hunner vaderen, zoeken, en dat zij de wet en het gebod doen zouden.
5 Hij nam ook weg uit alle steden van Juda de hoogten en de zonnebeelden; en het koninkrijk was voor hem stil.
6 Daartoe bouwde hij vaste steden in Juda; want het land was stil, en er was geen oorlog in die jaren tegen hem, dewijl de HEERE hem rust gaf.
7 Want hij zeide tot Juda: Laat ons deze steden bouwen, en muren daarom trekken, en torens, deuren en grendelen, terwijl het land nog is voor ons aangezicht; want wij hebben den HEERE, onzen God, gezocht, wij hebben Hem gezocht, en Hij heeft ons rondom henen rust gegeven. Zo bouwden zij en hadden voorspoed.

2 Kronieken 14:1-7 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO 2 CHRONICLES 14

This chapter relates the death of Abijah, and the succession of Asa in his stead, 2Ch 14:1, gives a good character of the latter for his reformation in religion, and for the care he took for the safety and protection of his subjects, 2Ch 14:2-8, and an account is given of a large army of Ethiopians that came against him, over whom he crying to the Lord, and trusting in him, by his help obtained a complete victory, 2Ch 14:9-15.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.