2 Kronieken 23:13-21

13 En zij zag toe; en ziet, de koning stond bij zijn pilaar, aan de ingang; en de oversten en de trompetten waren bij den koning; en al het volk des lands was blijde, en blies met de trompetten; en de zangers waren er met muzikale instrumenten, en gaven te kennen, dat men lofzingen zou; toen verscheurde Athalia haar klederen, en zij riep: Verraad, verraad!
14 Maar de priester Jojada bracht de oversten der honderden, die over het heir gesteld waren, uit, en zeide tot hen: Brengt ze uit tot buiten de ordeningen, en die haar volgt, zal met het zwaard gedood worden; want de priester had gezegd: Gij zult ze in het huis des HEEREN niet doden
15 En zij legden de handen aan haar, en zij ging naar den ingang van de Paardenpoort, naar het huis des konings; en zij doodden ze daar.
16 En Jojada maakte een verbond tussen zich, en tussen al het volk, en tussen den koning, dat zij den HEERE tot een volk zouden zijn.
17 Daarna ging al het volk in het huis van Baal, en braken dat af; en zijn altaren en zijn beelden verbraken zij, en Matthan, den priester van Baal, sloegen zij dood voor de altaren.
18 Jojada nu bestelde de ambten in het huis des HEEREN, onder de hand der Levietische priesteren, die David in het huis des HEEREN afgedeeld had, om de brandofferen des HEEREN te offeren, gelijk in de wet van Mozes geschreven is, met blijdschap en met gezang, naar de instelling van David.
19 En hij stelde de poortiers aan de poorten van het huis des HEEREN, opdat niemand, in enig ding onrein zijnde, inkwame
20 En hij nam de oversten der honderden, en de machtigen, en die heerschappij hadden onder het volk, en al het volk des lands, en bracht den koning van het huis des HEEREN af, en zij kwamen door het midden der hoge poort in het huis des konings; en zij zetten den koning op den troon des koninkrijks.
21 En al het volk des lands was blijde, en de stad werd stil, nadat zij Athalia met het zwaard gedood hadden

2 Kronieken 23:13-21 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO 2 CHRONICLES 23

The contents of this chapter are the same with 2Ki 11:4-20 and need no other explanation than what may be found in the notes there, to which the reader is referred.

\\See Gill on "2Ki 11:4"\\. \\See Gill on "2Ki 11:5"\\. \\See Gill on "2Ki 11:6"\\. \\See Gill on "2Ki 11:7"\\. \\See Gill on "2Ki 11:8"\\. \\See Gill on "2Ki 11:9"\\. \\See Gill on "2Ki 11:10"\\. \\See Gill on "2Ki 11:11"\\. \\See Gill on "2Ki 11:12"\\. \\See Gill on "2Ki 11:13"\\. \\See Gill on "2Ki 11:14"\\. \\See Gill on "2Ki 11:15"\\. \\See Gill on "2Ki 11:16"\\. \\See Gill on "2Ki 11:17"\\. \\See Gill on "2Ki 11:18"\\. \\See Gill on "2Ki 11:19"\\. \\See Gill on "2Ki 11:20"\\. 19616-950120-2110-2Ch23.2

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.