2 Samuël 6:1-7

1 Daarna verzamelde David wederom alle uitgelezenen in Israel, dertig duizend.
2 En David maakte zich op, en ging heen met al het volk, dat bij hem was, van Baalim-Juda, om van daar op te brengen de ark Gods, bij dewelke de Naam wordt aangeroepen, de Naam van den HEERE der heirscharen, Die daarop woont tussen de cherubim.
3 En zij voerden de ark Gods op een nieuwen wagen, en haalden ze uit het huis van Abinadab, dat op een heuvel is; en Uza en Ahio, zonen van Abinadab, leidden den nieuwen wagen.
4 Toen zij hem nu uit het huis van Abinadab, dat op den heuvel is, met de ark Gods, wegvoerden, zo ging Ahio voor de ark henen.
5 En David en het ganse huis Israels speelden voor het aangezicht des HEEREN, met allerlei snarenspel van dennenhout, als met harpen, en met luiten, en met trommelen, ook met schellen, en met cimbalen.
6 Als zij nu kwamen tot aan Nachons dorsvloer, zo strekte Uza zijn hand uit aan de ark Gods, en hield ze, want de runderen struikelden.
7 Toen ontstak de toorn des HEEREN tegen Uza, en God sloeg hem aldaar, om deze onbedachtzaamheid; en hij stierf aldaar bij de ark Gods.

2 Samuël 6:1-7 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO SECOND SAMUEL 6

In this chapter we are told that David fetched the ark from Baale of Judah, with an intent to bring it to his own city, 2Sa 6:1-5; but Uzzah being smitten for his error concerning it, David was displeased, and left it at the house of Obededom, where it remained three months, and proved a blessing to his house, 2Sa 6:6-11; which David hearing of, went and brought it from thence with great expressions of joy before it as it came along, and offered offerings to the Lord at the setting it in its place, and gave gifts to the people, 2Sa 6:12-19; but Michal his wife was displeased with some of his gestures on that occasion, which made some difference between them, and which, on Michal's part, was resented by the Lord himself; for she became barren for it to the time of her death, 2Sa 6:20-23.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.