Exodus 26:18-28

18 En de berderen tot den tabernakel zult gij aldus maken; twintig berderen naar de zuidzijde zuidwaarts.
19 Gij zult ook veertig zilveren voeten maken onder de twintig berderen; twee voeten onder een berd, aan zijn twee houvasten, en twee voeten onder een ander berd, aan zijn twee houvasten.
20 Er zullen ook twintig berderen zijn aan de andere zijde des tabernakels, aan den noorderhoek,
21 Met hun veertig zilveren voeten; twee voeten onder een berd, en twee voeten onder een ander berd.
22 Doch aan de zijde des tabernakels tegen het westen zult gij zes berderen maken.
23 Ook zult gij twee berderen maken tot de hoekberderen des tabernakels, aan de beide zijden.
24 En zij zullen van beneden als tweelingen samengevoegd zijn; zij zullen ook als tweelingen aan het oppereinde deszelven samengevoegd zijn, met een ring; alzo zal het met de twee berderen zijn; tot twee hoekberderen zullen zij zijn.
25 Alzo zullen de acht berderen zijn met hun zilveren voeten, zijnde zestien voeten; twee voeten onder een berd, wederom twee voeten onder een berd.
26 Gij zult ook richelen maken van sittimhout; vijf aan de berderen van de ene zijde des tabernakels;
27 En vijf richelen aan de berderen van de andere zijde des tabernakels; alsook vijf richelen aan de berderen van de zijde des tabernakels, aan de beide zijden westwaarts.
28 En de middelste richel zal midden aan de berderen zijn, doorschietende van het ene einde tot het andere einde.

Exodus 26:18-28 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO EXODUS 26

In this chapter a description is given of the tabernacle itself, and first of its inward curtains, of their number, matter, length, and breadth, and the manner of coupling them together, Ex 26:1-6, and then of the outward curtains of it, their number, matter, length, and breadth, and coupling, and how disposed of, Ex 26:7-13, and next of the two coverings of the tabernacle, of rams' skins and badgers' skins, Ex 22:14, the boards for the tabernacle are also described, with their tenons and sockets, Ex 26:15-25 and the bars and rings for it, by which it was kept firm together, Ex 26:26-30, an account is given of the vail between the holy and the most holy place, Ex 26:31-35, and of the hanging for the door of the tabernacle, Ex 26:36,37.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.