Exodus 31:1-7

1 Daarna sprak de HEERE tot Mozes, zeggende:
2 Zie, Ik heb met name geroepen Bezaleel, den zoon van Uri, den zoon van Hur, van den stam van Juda.
3 En Ik heb hem vervuld met den Geest Gods, met wijsheid, en met verstand, en met wetenschap, namelijk in alle handwerk;
4 Om te bedenken vernuftigen arbeid; te werken in goud, en in zilver, en in koper,
5 En in kunstige steensnijding, om in te zetten, en in kunstige houtsnijding, om te werken in alle handwerk.
6 En Ik, zie, Ik heb hem bijgevoegd Aholiab, den zoon van Ahisamach, van den stam van Dan; en in het hart van een iegelijk, die wijs van hart is, heb Ik wijsheid gegeven; en zij zullen maken al wat Ik u geboden heb.
7 Namelijk de tent der samenkomst, en de ark der getuigenis, en het verzoendeksel, dat daarop zal zijn, en al het gereedschap der tent;

Images for Exodus 31:1-7

Exodus 31:1-7 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO EXODUS 31

In this chapter an account is given of the persons whom God had chosen, and qualified for the work of building the tabernacle, and all things relating to it, and for the direction and oversight thereof, Ex 31:1-6 and an enumeration is made of the several things that were to be wrought, some in one way, some in another, Ex 31:7-11 the law of the sabbath is repeated, and the violation of it made death, Ex 31:12-17 and the chapter is concluded with observing, that at the close of the above orders, two tables of stone, with the law written upon them by the finger of God, were given to Moses, Ex 31:18.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.