Exodus 39:3-13

3 En zij rekten uit de dunne platen van goud, en sneden het tot draden, om te doen in het midden van het hemelsblauw, en in het midden van het purper, en in het midden van het scharlaken, en in het midden van het fijn linnen, van het allerkunstelijkste werk.
4 Zij maakten samenvoegende schouderbanden daaraan; aan deszelfs beide einden werd hij samengevoegd.
5 En de kunstelijke riem zijns efods, die daarop was, was gelijk zijn werk, van hetzelfde, van goud, van hemelsblauw, en purper, en scharlaken, en fijn getweernd linnen, gelijk als de HEERE aan Mozes bevolen had.
6 Zij bereidden ook de sardonixstenen, omvat in gouden kastjes, als zegelgravering gegraveerd, met de namen der zonen van Israel.
7 En hij zette ze op de schouderbanden des efods, tot stenen der gedachtenis voor de kinderen Israels, gelijk de HEERE aan Mozes geboden had.
8 Hij maakte ook de borstlap van het allerkunstelijkste werk, gelijk het werk des efods, van goud, hemelsblauw, en purper, en scharlaken, en fijn getweernd linnen.
9 Hij was vierkant; zij maakten den borstlap dubbel; een span was zijn lengte, en een span was zijn breedte, dubbel zijnde.
10 En zij vulden daarin vier rijen stenen: een rij van een Sardis, een Topaas en een Karbonkel; dit is de eerste rij.
11 En de tweede rij van een Smaragd, een Saffier en een Diamant.
12 En de derde rij van een Hyacinth, Agaat, en Amethyst.
13 En de vierde rij van een Turkoois, en een Sardonix, en een Jaspis; omvat in gouden kastjes in hun vullingen.

Exodus 39:3-13 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO EXODUS 39

In this chapter is continued the account of making the several things belonging to the sanctuary, particularly the clothes for the service of the tabernacle, and the garments of the priests, as the ephod and its curious girdle, Ex 39:1-7 the breastplate and the putting of the stones in it, and the fastening of it to the ephod, Ex 39:8-21 the robe of the ephod, with the bells and pomegranates to it, Ex 39:21-26 and the coats, mitre, bonnets, breeches, and girdle of fine linen, for Aaron and his sons, Ex 39:27-29 and the golden plate, Ex 39:30,31 and all being finished, the tabernacle and everything belonging to it were brought to Moses, and viewed by him; who seeing that all was done exactly according to the commandment of the Lord, blessed the people, and particularly the artificers, Ex 39:38-43.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.