Ezechiël 41:9-19

9 De breedte van den wand, die tot de zijkameren was naar buiten, was vijf ellen; en dat ledig gelaten was, was de plaats der zijkameren, die aan het huis waren.
10 En tussen de kameren was een breedte van twintig ellen, rondom het huis, rondom henen.
11 De deuren nu van de zijkameren waren naar het ledig gelatene toe, de ene deur den weg naar het noorden, en de andere deur naar het zuiden; en de breedte van de ledig gelatene plaats was vijf ellen rondom henen.
12 Voorts van het gebouw, dat voor aan de afgesneden plaats was in den hoek des wegs naar het westen, was de breedte zeventig ellen, en van den wand des gebouws was de breedte vijf ellen rondom henen, en de lengte daarvan negentig ellen.
13 Voorts mat hij het huis, de lengte honderd ellen; ook de afgesneden plaats en het gebouw, en de wanden daarvan, de lengte honderd ellen.
14 En de breedte van het voorste deel des huizes, en der afgesneden plaats tegen het oosten, honderd ellen.
15 Ook mat hij de lengte des gebouws voor aan de afgesneden plaats dat achter dezelve was, en derzelver galerijen van deze en van gene zijde, honderd ellen; met den binnensten tempel, en de voorhuizen des voorhofs.
16 De dorpelen, en de gesloten vensters en de galerijen rondom die drie, tegenover den dorpel, waren beschoten met hout rondom henen, en van de aarde tot aan de vensteren; de vensteren waren bedekt;
17 Tot hetgeen boven de deur was, en tot het binnenste en buitenste huis toe, en aan den gansen wand rondom henen in het binnenste en buitenste, al bij maten.
18 En het was gemaakt met cherubs en palmbomen; zodat er een palmboom was tussen cherub en cherub, en elke cherub had twee aangezichten;
19 Namelijk, eens mensen aangezicht tegen den palmboom van deze, en eens jongen leeuws aangezicht tegen den palmboom van gene zijde; gemaakt in het ganse huis rondom henen.

Ezechiël 41:9-19 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO EZEKIEL 41

In this chapter the divine and illustrious Person, the prophet's guide, brings him to the temple itself, and gives the dimensions of the posts and doors, both of the holy and the most holy place, Eze 41:1-4, then of the wall of the house, its side chambers, the winding about to them, and the doors of them, Eze 41:5-11, next of a building before the separate place, its doorposts, narrow windows, and galleries, Eze 41:12-17, after that each of the ornaments of the house are described, Eze 41:18-21, then the altar of incense, Eze 41:22, and the chapter is concluded with observing the decorations and lights on the doors, porch, and side chambers of the temple and sanctuary, Eze 41:23-26.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.