Genesis 17:5-15

5 En uw naam zal niet meer genoemd worden Abram; maar uw naam zal wezen Abraham; want Ik heb u gesteld tot een vader van menigte der volken.
6 En Ik zal u gans zeer vruchtbaar maken, en Ik zal u tot volken stellen, en koningen zullen uit u voortkomen.
7 En Ik zal Mijn verbond oprichten tussen Mij en tussen u, en tussen uw zaad na u in hun geslachten, tot een eeuwig verbond, om u te zijn tot een God, en uw zaad na u.
8 En Ik zal u, en uw zaad na u, het land uwer vreemdelingschappen geven, het gehele land Kanaan, tot eeuwige bezitting; en Ik zal hun tot een God zijn.
9 Voorts zeide God tot Abraham: Gij nu zult Mijn verbond houden, gij, en uw zaad na u, in hun geslachten.
10 Dit is Mijn verbond, dat gijlieden houden zult tussen Mij en tussen u, en tussen uw zaad na u: dat al wat mannelijk is, u besneden worde.
11 En gij zult het vlees uwer voorhuid besnijden; en dat zal tot een teken zijn van het verbond tussen Mij en tussen u.
12 Een zoontje dan van acht dagen zal u besneden worden, al wat mannelijk is in uw geslachten: de ingeborene van het huis, en de gekochte met geld van allen vreemde, welke niet is van uw zaad;
13 De ingeborene van uw huis, en de gekochte met uw geld zal zekerlijk besneden worden; en Mijn verbond zal zijn in ulieder vlees, tot een eeuwig verbond.
14 En wat mannelijk is, de voorhuid hebbende, wiens voorhuids vlees niet zal besneden worden, dezelve ziel zal uit haar volken uitgeroeid worden; hij heeft Mijn verbond gebroken.
15 Nog zeide God tot Abraham: Gij zult den naam van uw huisvrouw Sarai, niet Sarai noemen; maar haar naam zal zijn Sara.

Genesis 17:5-15 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO GENESIS 17

This chapter treats of a covenant made with Abram, sometimes called the covenant of circumcision, the time when God appeared to him, and promised to make it, and did, Ge 17:1-3; the particulars of it, both with respect to himself, whose name was now changed, and to his posterity, Ge 17:4-8; the token of it, circumcision, the time of its performance, and the persons obliged to it, Ge 17:9-14; the change of Sarai's name, and a promise made that she should have a son, to the great surprise of Abraham, Ge 17:15-17; a prayer of his for Ishmael, and the answer to it, with a confirmation of Sarah's having a son, whose name should be called Isaac, and the establishment of the covenant with him, Ge 17:18-22; and the chapter is closed with an account of the circumcision of Abraham, and all his family of the male sort, agreeably to the command of God, Ge 17:23-27.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.