Genesis 5:1-9

1 Dit is het boek van Adams geslacht. Ten dage als God den mens schiep, maakte Hij hem naar de gelijkenis Gods.
2 Man en vrouw schiep Hij hen, en zegende ze, en noemde hun naam Mens, ten dage als zij geschapen werden.
3 En Adam leefde honderd en dertig jaren, en gewon een zoon naar zijn gelijkenis, naar zijn evenbeeld, en noemde zijn naam Seth.
4 En Adams dagen, nadat hij Seth gewonnen had, zijn geweest achthonderd jaren; en hij gewon zonen en dochteren.
5 Zo waren al de dagen van Adam, die hij leefde, negenhonderd jaren, en dertig jaren; en hij stierf.
6 En Seth leefde honderd en vijf jaren, en hij gewon Enos.
7 En Seth leefde, nadat hij Enos gewonnen had, achthonderd en zeven jaren; en hij gewon zonen en dochteren.
8 Zo waren al de dagen van Seth negenhonderd en twaalf jaren; en hij stierf.
9 En Enos leefde negentig jaren, en hij gewon Kenan.

Genesis 5:1-9 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO GENESIS 5

This chapter contains a list or catalogue of the posterity of Adam in the line of Seth, down to Noah; it begins with a short account of the creation of Adam, and of his life and death, Ge 5:1-5 next of five of the antediluvian patriarchs, their age and death, namely Seth, Enos, Cainan, Mahalaleel, Jared, Ge 5:6-20 then a particular relation of Enoch, his character and translation, Ge 5:21-24 then follows an account of Methuselah, the oldest man, and Lamech's oracle concerning his son Noah, Ge 5:12-29 and the chapter is closed with the life and death of Lamech, and the birth of the three sons of Noah, Ge 5:30-32.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.